Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1409/TA, 4 november 2002, beroep
Uitspraakdatum:04-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1409/TA

betreft: [...] datum: 4 november 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 10 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 5 juli 2002 van de beklagcommissie bij TBS kliniek De Singel te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 september 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde inrichting de heer [...], directeur kliniek, en deheer [...], afdelingshoofd. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat voor klager op 26 april 2002 en 16 mei 2002 een noodrooster gold, ten gevolge waarvan hij beide keren van 15.30 uur tot 21.30 uur in zijn kamer diende te verblijven in plaats van deze tijd metmedeverpleegden door te brengen op de afdeling.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht.
Misschien is het oordeel van de beklagcommissie, dat de minimale rechten van de verpleegden niet worden aangetast wanneer een noodrooster wordt toegepast, juist. Maar klagers bezwaar tegen het noodrooster blijft dat zijn behandelingten opzichte van de normale situatie beperkter is wanneer een noodrooster wordt toegepast. Dit noodrooster brengt mee dat hij meer op zijn kamer moet verblijven dan wanneer het normale rooster geldt. Het leven op de afdeling valtdan voor een deel weg en klager wordt dan minder geobserveerd en begeleid door de sociotherapeutisch medewerkers (stm-ers). De zorg die de kliniek dient te dragen voor een degelijke behandeling is dan op zijn minst veranderd. Tentijde van indiening van het beroepschrift was die zorg aanzienlijk verminderd.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht .
De noodroosters komen voort uit personeelstekort. Alleen in nijpende situaties wordt een noodrooster gedraaid. Het oordeel van de beklagcommissie dat door die noodroosters de minimale rechten van de tbs-gestelden niet wordenaangetast is juist.
Erkend wordt dat verblijf op de kamer in plaats van op de afdeling niet bijdraagt aan de behandeling. Momenteel moet gewoonlijk één keer per week per afdeling een noodrooster worden gehanteerd. Dit komt doordat er 10 vacatures voorstm-ers zijn. Een alternatief voor het werken volgens noodroosters is een afdeling sluiten en de patiënten naar een andere afdeling verplaatsen voor het verblijf daar tezamen met medeverpleegden van die afdeling.
De personele omstandigheden, het noodrooster en genoemd alternatief zijn besproken in de verpleegdenraad en de ondernemingsraad. Voor het alternatief is niet gekozen. De verpleegdenraad was hier tegen omdat er in dit geval voor deverplaatsten geen plek is waar zij zich kunnen terugtrekken. De stm-ers hadden daartegen bezwaar omdat zij de verpleegden van hun eigen afdeling kennen, maar de verpleegden van een andere afdeling niet.
Het is buitengewoon moeilijk om personeel aan te trekken.Thans heeft de overheid een vacaturestop afgekondigd. De fusiepartner van de inrichting gaat echter door met werving en wellicht geeft dit nog mogelijkheden voor deinrichting.

3. De beoordeling
De beroepscommissie gaat uit van het toepassen van het noodrooster ten tijde van indiening van het klaagschrift.

Vast is komen te staan dat klager op 26 april 2002 en 16 mei 2002 in zijn kamer is ingesloten van 15.30 uur tot 21.30 uur, omdat het in verband met personeelstekort niet mogelijk was klager in de gelegenheid te stellen deze tijd metmedeverpleegden op de afdeling door te brengen.
Klagers bezwaar betreft het feit dat door toepassing van het noodrooster de intensiteit van de behandeling afneemt. Het hoofd van de inrichting heeft dit bezwaar onderkend.
Aannemelijk is dat door het hoofd het nodige is gedaan om stm-ers te werven en dat het toepassen van het noodrooster op de desbetreffende dagen een uiterste middel is geweest, nu voor het door het hoofd genoemde alternatief –sociotherapie tezamen met verpleegden van een andere afdeling – gelet op de bezwaren van verpleegden en personeel niet kon worden gekozen.

De beroepscommissie acht de sociotherapie tijdens het verblijf op de afdeling met medeverpleegden een wezenlijk onderdeel van de behandeling. Zij acht het een schrijnende situatie dat het nijpende personeelstekort in de inrichting,welke situatie helaas blijkens de mondelinge toelichting namens het hoofd van de inrichting vooralsnog niet zal zijn op te lossen, leidt tot beperking van de sociotherapie.
Ingevolge artikel 17 Bvt heeft de inrichting de opdracht de verpleegde te behandelen. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat het hoofd van de inrichting zorg draagt dat de behandeling overeenkomstig het verplegings- enbehandelingsplan plaatsvindt.
Gehoord de toelichting namens het hoofd van de inrichting ter zitting acht de beroepscommissie het aannemelijk dat het hoofd van de inrichting ten aanzien van klagers sociotherapie invulling geeft aan voormelde zorgplicht. Ten tijdevan indiening van het klaagschrift was die invulling naar het oordeel van de beroepscommissie nog niet zodanig beperkt dat van het niet betrachten van deze zorgplicht moest worden gesproken.

Het vorenstaande in aanmerking nemend brengt de beroepscommissie tot het oordeel dat artikel 56, 4e lid, Bvt van toepassing is. Dit artikel bepaalt dat geen beklag open staat tegen de wijze waarop het hoofd van de inrichting een bijof krachtens deze wet gestelde zorgplicht betracht.

De uitspraak van de beklagcommissie kan gelet op het hiervoor overwogene niet in stand blijven. Klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 4 november 2002.

secretaris voorzitter

nummer: 02/1409/TA
betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 26 september 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg;
leden: mr.drs. T.A.M. Louwe en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. C.F. Swart-Babbé.

Gehoord zijn klager, en namens het hoofd van de TBS kliniek De Singel te Amsterdam de heer [...], directeur kliniek, en de heer [...], afdelingshoofd.

Klager heeft - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Ik blijf bij hetgeen ik ten overstaan van de beklagcommissie heb aangevoerd. Ik weet dat de directeur iedere keer probeert om te voorkomen dat noodroosters gedraaid moeten worden. Dit is ook aan de verpleegdenraad meegedeeld. Deverpleegden weten dat de directeur niet achteruit leunt, maar als wij niets zeggen hebben wij een dubbel rotgevoel. Mijn ervaring blijft toch bestaan dat mijn behandeling beperkter is wanneer een noodrooster wordt toegepast. Ditnoodrooster brengt mee dat je meer op je kamer moet verblijven dan wanneer het normale rooster geldt. Deze insluiting draagt niet bij aan je behandeling. Het leven op de afdeling valt dan voor een deel weg en voor dat deel is ergeen observatie en begeleiding door de sociotherapeutisch medewerkers (stm-ers). Als je gedurende de desbetreffende uren op de afdeling bent draagt dit wel bij aan je behandeling.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Erkend wordt dat verblijf op de kamer in plaats van op de afdeling niet bijdraagt aan de behandeling. Momenteel moet gewoonlijk één keer per week per afdeling een noodrooster worden gehanteerd. Dit komt doordat er 10 vacatures voorstm-ers zijn. In de afgelopen zomervakantieperiode is afwisselend 2 à 3 keer per week op drie afdelingen volgens een noodrooster gewerkt. Stm-ers hebben structureel overgewerkt in die periode en dat had vervolgens zijn weerslag ophet percentage ziekmeldingen. De personele bezetting is voorafgaand aan de vakantieperiode vroegtijdig in kaart gebracht en erzijn noodroosters opgesteld. Een alternatief voor het werken volgens noodroosters is een afdeling sluitenen de patiënten naar een andere afdeling verplaatsen voor het verblijf daar tezamen met medeverpleegden van die afdeling.
De personele omstandigheden, het noodrooster en genoemd alternatief zijn besproken in de verpleegdenraad en de ondernemingsraad. Voor het alternatief is niet gekozen. De verpleegdenraad was hier tegen omdat er in dit geval voor deverplaatsten geen plek is waar zij zich kunnen terugtrekken. De stm-ers hadden daartegen bezwaar omdat zij de verpleegden van hun eigen afdeling kennen, maar de verpleegden van een andere afdeling niet.
Ten tijde van het indienen van het beklag vond de insluiting in het kader van de noodroosters plaats in de loop van de middag voor de rest van de dag. Thans vindt de insluiting op grond van een noodrooster plaats in de ochtend. Dankan het bezoek gewoon in de middag doorgang vinden en kan de avondrecreatie ook doorgaan. Voor de begeleiding van de verpleegden naar therapieën worden ambulanten ingezet. Dit zijn duale studenten en p.i.w.-ers uit een eigentraject.
Het is buitengewoon moeilijk om personeel aan te trekken. De hele regio kampt hiermee. Er hebben veel wervingspogingen plaatsgehad. Deze hebben heel weinig opgeleverd. Opvalt dat de sollicitanten shoppen om de beste faciliteiten tekrijgen en dan niet voor deze inrichting kiezen. Thans heeft de overheid een vacaturestop afgekondigd. De fusiepartner van de inrichting gaat echter door met werving en wellicht geeft dit nog mogelijkheden voor de inrichting.

secretaris voorzitter

Naar boven