Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2204/GB, 13 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2204/GB

Betreft: [klager] datum: 13 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 16 maart 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 15 juni 2015 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager stelt rechtmatig in Nederland te verblijven, omdat sprake is van een beletsel tegen uitzetting als bedoeld in artikel 64 van de Vreemdelingenwet. De
gezondheidstoestand van klager brengt met zich mee dat het onverantwoord is om klager uit Nederland te zetten wanneer zijn detentieperiode eindigt. De selectiefunctionaris stelt dat klager vanuit de p.i. Ter Apel de noodzakelijk geachte medische zorg
krijgt. Volgens klager zijn er echter nieuwe ontwikkelingen die een ander beeld scheppen. Klager kan niet werken, omdat hij continu ernstige neusbloedingen heeft en last ondervindt van zijn herseninfarct. Bij binnenkomst werden de neusbloedingen en de
herseninfarct van klager niet behandeld, maar klager lijkt nu meer medische zorg te ontvangen. Klager heeft dagelijks last van zijn neusbloedingen en hij wordt bijna iedere dag wakker met bloed op zijn kussen, kleding en dekbed. Klager werd in de p.i.
Ter Apel naar de werkvloer gestuurd en daar wilden de bewaarders – om de neusbloedingen te stoppen – watten in beide neusgaten van klager stoppen. Hierdoor zou klager niet meer door zijn neus kunnen ademen. De werkmeester vond de situatie niet houdbaar
en onhygiënisch, waardoor klager meerdere malen terug naar de afdeling is gestuurd. De medische dienst weigerde klager arbeidsongeschikt te verklaren of klager naar het ziekenhuis over te plaatsen. Na enkele weken kreeg klager een andere arts op
bezoek.
Deze besloot om klager arbeidsongeschikt te verklaren en hem met spoed naar het ziekenhuis over te plaatsen vanwege de ernst van de klachten en de veelvuldigheid ervan. De medische dienst van de p.i. Ter Apel wil klager pas behandelen voor zijn
herseninfarct wanneer klager zijn medisch dossier heeft overgelegd. Klager is in afwachting van zijn medisch dossier, dat door zijn raadsvrouw is opgevraagd. De medische dienst heeft – anders dan tijdens de bezwaarschriftprocedure – erkend onvoldoende
medische zorg te hebben verschaft aan klager. Klager heeft veel last van de gevolgen van zijn herseninfarct, waaronder onduidelijke spraak, hoofdpijn, depressie, verstoorde sociale waarnemingen en verstoorde controle over het lichaam. Zijn
overplaatsing
naar de p.i. Ter Apel heeft hieraan bijgedragen. Voorts is klager van mening dat ook na detentie de behandeling dient te worden voortgezet in een voor klager rustige en vertrouwde omgeving bij zijn familie in Den Haag. Klager heeft tegen de beslissing
van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) tot inbeslagname van zijn verblijfsdocumenten en het wijzigen van zijn vreemdelingenstatus bezwaar ingediend.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De door klager aangevoerde nieuwe ontwikkelingen zijn van medische aard. De directeur van de p.i. Ter Apel is verantwoordelijk voor de
medische
problematiek en de medische zorg gedurende klagers detentie aldaar. Klachten op medisch gebied dienen te worden ingediend bij de directeur van de p.i. Ter Apel of bij het medisch tuchtcollege. De selectiefunctionaris heeft ten aanzien van klagers
medische problematiek tijdens de bezwaarschriftprocedure contact opgenomen met de medische dienst van de p.i. Ter Apel. De medische dienst gaf aan dat klager alle medische zorg krijgt die noodzakelijk wordt geacht. Bij beschikking van de IND van 12 mei
2015 is klagers verblijfsvergunning ingetrokken. Vastgesteld is dat klager geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. Bij de plaatsing van veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen heeft de selectiefunctionaris slechts één keuze en dat
is plaatsing in de p.i. Ter Apel. De uitvoering van het beleid om voor deze categorie gedetineerden een specifieke locatie aan te wijzen weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor het bezoek. Klager stelt dat er sprake
is
van een medische noodtoestand als bedoeld in artikel 64 Vreemdelingenwet en heeft tegen het besluit van de IND bezwaar ingediend. De bezwaarprocedure tegen de beslissing van de IND heeft echter geen schorsende werking met betrekking tot de plaatsing
van
een gedetineerde in een inrichting voor veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De selectiefunctionaris stelt dat geen reactie kan worden gegeven op de vraag of de medische omstandigheden van klager een terugplaatsing naar een locatie
dichter bij zijn familie zou rechtvaardigen. Een dergelijke (medische) afweging valt onder de verantwoordelijkheid van de medische dienst of directeur van de p.i. Ter Apel.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Ter Apel is onder meer een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid, onder a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), met een regime
van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van het eerste lid van artikel 20b van de Regeling worden in de inrichtingen of afdelingen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen geplaatst diegenen die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland in de zin van artikel 8 van
de Vreemdelingenwet 2000 en ten aanzien van wie voorlopige hechtenis ingevolge een bevel van gevangenneming of gevangenhouding, een vrijheidsstraf of een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ten uitvoer wordt gelegd.

4.3. Bij beschikking van 12 mei 2015 heeft de Staatssecretaris besloten de verblijfsvergunning van klager in te trekken en hem een inreisverbod op te leggen voor de duur van tien jaren. Deze beslissing heeft tot gevolg dat klager geen rechtmatig
verblijf in Nederland meer heeft en kan worden uitgezet. Klager heeft tegen deze beslissing een bezwaarprocedure aangespannen, doch het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking.

4.4. Voor zover klager stelt dat hij rechtmatig in Nederland verblijft, omdat sprake is van een beletsel tegen uitzetting als bedoeld in artikel 64 Vreemdelingenwet – medische noodtoestand – is het niet aan de beroepscommissie om hierover een
oordeel
te geven. Hetgeen klager heeft aangevoerd met betrekking tot (de kwaliteit van) de medische verzorging betreft het optreden van de inrichtingsarts. Hiertegen staat geen beklag open. Indien een gedetineerde zich niet kan verenigen met het (medisch)
handelen van de inrichtingsarts, kan hij een verzoek tot bemiddeling indienen bij het Hoofd van de medische dienst van de inrichting waarna hij desgewenst, met tussenkomst van de medisch adviseur, beroep kan instellen bij de Raad.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt. De selectiefunctionaris heeft beslist klager over te plaatsen naar de p.i. Ter Apel, vanwege de intrekking van klagers verblijfsvergunning bij beschikking van 12 mei 2015. Bij de plaatsing in een
inrichting voor de bijzondere opvang van veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen heeft de selectiefunctionaris slechts één keuze, de p.i. Ter Apel. Slechts bij de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan een uitzondering op
voorgenoemd beleid worden gemaakt. De beroepscommissie is van oordeel dat niet is gebleken dat de benodigde medische zorg in de p.i. Ter Apel niet kan worden verleend dan wel dat de medische dienst in de locatie Zoetermeer een betere medische zorg aan
klager kan bieden. Er zijn door klager derhalve geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op grond waarvan moet worden afgeweken van voormeld uitgangspunt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan
ook, bij afweging van alle in aanmerking genomen belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 13 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven