Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0807/GA (einduitspraak), 9 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:09-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/807/GA (einduitspraak)

betreft: [klager] datum: 9 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Valkeneers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 9 maart 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 juni 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, zijn raadsvrouw mr. K. Valkeneers en de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard.

In haar tussenbeslissing van 17 juli 2015, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht, heeft de beroepscommissie de behandeling van het beroep aangehouden, teneinde een lid van de Raad op een nader te bepalen tijdstip in de gelegenheid te stellen
inlichtingen in te winnen als bedoeld in artikel 64, vierde lid, van de Pbw. Op 2 september 2015 zijn de heer [...], personeelslid, en [...], medegedetineerde, als getuigen gehoord in de locatie Sittard. Het verslag van horen is in afschrift aan deze
uitspraak gehecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens onenigheid tussen klager en zijn celgenoot waardoor de orde en rust in de inrichting werden
verstoord.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
De standpunten van klager en de directeur zijn opgenomen in de tussenbeslissing van de beroepscommissie van 17 juli 2015, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, eerste lid, jo. artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan de directeur aan een gedetineerde een disciplinaire straf opleggen, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de
inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming.

Klager heeft aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het verstoren van de orde en rust in de inrichting, nu het zijn celgenoot was die een beloproep heeft gedaan. Door de directeur is aangevoerd dat klager en zijn celgenoot een
luidruchtige discussie hadden die hoorbaar was voor de andere gedetineerden. Reeds daarom is aan beiden een disciplinaire straf opgelegd. Dat sprake was van (verbale) agressie die hoorbaar was op de afdeling, wordt bevestigd door de verklaringen van
het
personeelslid en de medegedetineerde. Bovendien maakt de beroepscommissie uit de verklaringen van de directeur en het personeelslid op dat inschatting van de situatie aanleiding gaf klager en zijn celgenoot uit elkaar te halen en daarvoor het IBT in te
zetten. Gelet op bovenstaande kon de directeur in redelijkheid en billijkheid aan klager een disciplinaire straf opleggen voor het verstoren van de orde en rust in de inrichting. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. A.M. van Kalmthout en dr. H.G. van de Bunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 9 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven