Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3194/GB, 7 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3194/GB

Betreft: [klager] datum: 7 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. Kuijper, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 september 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 6 oktober 2015 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 7 september 2015 is klager opgeroepen zich op 6 oktober 2015 te melden in de p.i. Groot Alphen voor het ondergaan van veertien dagen hechtenis. Op 10 september heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 21 september 2015 ongegrond is
verklaard. Inmiddels is aan klager uitstel tot 9 oktober 2015verleend van de verplichting zich te melden.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager kan zich niet vinden in de gronden die de selectiefunctionaris aanvoert. Bij zijn verzoek om uitstel heeft hij voldaan aan het verzoek om nadere gegevens te leveren. Met name
heeft
hij bewijsstukken overgelegd van de slaapapneu, zijn werk bij de stichting [...] en de behandeling bij het Centrum Jeugd en Gezin. Niet is hem specifiek verzocht om overlegging van een arbeidscontract of een uittreksel van de inschrijving van de
stichting
bij de Kamer van Koophandel. Daar is hem nooit om gevraagd. Klager heeft op alle vragen van de behandelend medewerker tijdig gereageerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is op 7 september 2015 geïnformeerd over het besluit dat hij zich op 6 oktober 2015 diende te melden voor het ondergaan van een onherroepelijke vrijheidsstraf.
Het daartegen ingediende bezwaar is ongegrond verklaard op 21 september 2015, waarna beroep is ingesteld. Volgens klager zouden er voldoende bewijsmiddelen zijn aangeleverd om tot een gegrondverklaring van het bezwaar te kunnen komen. Een verzoek om
uitstel van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf kan om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat echter steeds de noodzaak van tenuitvoerlegging van die straf en er wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen uitstel verleend.
Klager heeft slaapapneu, hij heeft problemen met de thuissituatie en zijn dochter is onder behandeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daarnaast is klager werkzaam bij de stichting [...]. Door klager is een aantal bewijsmiddelen aangeleverd, die
vormen evenwel onvoldoende grond voor het alsnog verlenen van uitstel. De selectiefunctionaris heeft contact gehad met de verpleegkundig specialist en daaruit kwam naar voren dat klager een afspraak had voor 3 oktober 2015 en dat een eventuele
vervolgafspraak na detentie gemaakt kan worden. In de inrichting is een medische dienst waar klager terecht kan voor eventuele hulpvragen. Ten aanzien van de behandeling van klagers dochter, die 18 jaar is, is onvoldoende aangetoond waarom anderen,
familie en vrienden, die zorg niet gedurende veertien dagen zouden kunnen overnemen. Ten aanzien van klager werk geldt dat onvoldoende is onderbouwd waarom een ander, gedurende de beperkte tijd van klagers detentie, die taken van klager niet tijdelijk
zou kunnen overnemen. Het beroep zou ongegrond moeten worden verklaard.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Groot Alphen is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3 De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie weegt daarbij mee dat de onderhavige vrijheidsstraf van relatief korte duur is, te weten veertien dagen, en dat de door en namens klager aangevoerde gronden voor uitstel van de tenuitvoerlegging niet zodanig zwaarwegend zijn dat
deze
een gegrondverklaring van het beroep zouden kunnen rechtvaardigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 7 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven