Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1770/GA, 2 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:02-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1770/GA

betreft: [klager] datum: 2 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo,

gericht tegen een uitspraak van 2 juni 2015 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 september 2015, gehouden in de p.i. Almelo, zijn klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij voormelde inrichting, gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, omdat klager bij een urinecontrole positief heeft gescoord op cannabis.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager had bij een urinecontrole bij binnenkomst in de inrichting een score van meer dan 1000 ng/ml op cannabis. 24 dagen
later, op 11 maart 2015, had klager een score van 174 ng/ml op cannabis. Omdat de uitslag van de eerste urinecontrole meer dan 1000 ng/ml op cannabis bedroeg, heeft het laboratorium geen cannabis-kreatinineratio berekend. De directeur acht het echter
niet wenselijk dat gedetineerden ten aanzien van wie een score van meer dan 1000 ng/ml op cannabis is vastgesteld, vrij uit gaan. De directeur heeft de uitslagen van de bij klager afgenomen urinecontroles aan het laboratorium voorgelegd. Het
laboratorium heeft aangegeven dat het niet mogelijk is alsnog een cannabis-kreatinineratio te berekenen voor de eerste urinecontrole. Het laboratorium gaf verder aan dat sprake is geweest van bijgebruik, aangezien de score op cannabis zonder bijgebruik
na 24 dagen nul geweest had moeten zijn.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt –zakelijk weergegeven – toegelicht. Hij heeft geen drugs gebruikt. Buiten de inrichting gebruikte hij wel iedere dag, maar binnen detentie niet. Hij had in het begin
wel afkickverschijnselen, maar het lukt klager niet te gebruiken doordat hij sport.

3. De beoordeling
Op 15 februari 2015 had klager bij binnenkomst in de inrichting een positieve score op cannabis van meer dan 1000 ng/ml. Het laboratorium heeft geen THC-kreatinine ratio berekend. Bij een urinecontrole op 11 maart 2015 had klager een score van 174
ng/ml
op cannabis. Klager ontkent dat hij sinds de urinecontrole op 15 februari 2015 heeft (bij)gebruikt.

Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie dient voor de beoordeling of sprake is geweest van (bij)gebruik sinds het moment waarop de vorige urinecontrole is afgenomen, te worden gekeken naar de verhouding tussen de THC-waarde en de
kreatininewaarde (de THC-kreatinine ratio). Nu op de uitslagenformulieren van de urinecontrole van 15 februari 2015 geen THC- kreatinine ratio was vermeld, heeft de directeur, conform artikel 5, eerste lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire
inrichtingen, het laboratorium geraadpleegd. Het laboratorium heeft aangegeven dat sprake is van bijgebruik, aangezien de score op cannabis zonder bijgebruik na 24 dagen nihil had moeten zijn. Gelet hierop stond het bijgebruik naar het oordeel van de
beroepscommissie voldoende vast en kon de directeur in redelijkheid besluiten aan klager een disciplinaire straf op te leggen. Gelet op het voorgaande zal het beroep van de directeur dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie
worden vernietigd en het beklag alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, R. van Benthem RA en drs. R.K. Boelens, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 2 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven