Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1548/GA, 24 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1548/GA

betreft: [klager] datum: 24 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 augustus 2015, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught.
Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het feit dat klagers televisie en radio in beslag zijn genomen;
b. het feit dat klagers tondeuse in beslag is genomen; en
c. de omstandigheden waaronder klager moest verblijven tijdens de controle van zijn cel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – schriftelijk – toegelicht. Hij heeft zijn radio bij de firma Strijbosch gekocht (de gangbare leverancier voor gedetineerden) en medegedetineerden hebben deze radio
ook. Hij had de radio al voordat de nieuwe regels in werking traden.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De regels zijn in september 2014 gewijzigd. Dat klager de radio daarvoor al had, speelt geen rol. De radio is pas ontdekt bij de spitactie op 25
februari 2015. Een paar keer per jaar worden de radio’s specifiek op hun afmeting gecontroleerd. Voor wat betreft de televisie, is het de regel dat USB-poorten onbruikbaar moeten zijn. Klager kan ervoor kiezen om opnieuw een radio in te voeren. Heel af
en toe wordt er een uitzondering gemaakt op de regels. De afmetingen van de radio’s is niet gewijzigd, dit is al zo zolang de directeur bekend is met het gevangeniswezen. De regelgeving is in september nogmaals doorgestuurd naar de gedetineerden, om
hen
op de huidige geldende regels te wijzen.
Het is de directeur onbekend of klager de radio bij de firma Strijbosch heeft gekocht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie als volgt. Vast is komen te staan dat de huisregels van de p.i. Vught in september 2014 zijn gewijzigd en dat per die datum een bijlage (bijlage III) aan de huisregels is
toegevoegd, waarin de goederen die een gedetineerde op cel mag houden staan opgesomd.
In deze bijlage is – voor zover in beroep van belang – ten aanzien van radio’s bepaald dat een gedetineerde een verzegelde radio op cel mag hebben die niet groter is dan 40 x 40 x 40 centimeter. Vast staat dat er in de p.i. Vught, voor wat betreft de
nieuwe regeling ten aanzien van de radio’s, geen overgangsregeling gehanteerd wordt. De beroepscommissie constateert dat klagers radio groter is dan is toegestaan in bijlage III van de huisregels. Klager heeft gesteld dat hij zijn radio in juni 2014
bij
de firma Strijbosch heeft gekocht, voordat de nieuwe regels in de inrichting in werking traden. Dit is door de directeur niet betwist. Gelet op de omstandigheid dat klager zijn radio heeft aangeschaft via de firma Strijbosch en in juni 2014 heeft
kunnen
invoeren in de p.i. Vught, is de beroepscommissie van oordeel dat klager erop heeft mogen vertrouwen dat de door hem aangeschafte radio aan de regelgeving voldeed en dat hij deze radio in ieder geval langer dan vier maanden onder zich zou mogen houden.
Van klager kon in deze situatie niet worden verwacht dat hij zijn (recent aangeschafte) radio uit zou voeren en een nieuwe radio zou aanschaffen. Onder deze omstandigheden acht de beroepscommissie de beslissing van de directeur tot het in beslag nemen
van klagers radio onredelijk en onbillijk. Het beroep zal derhalve in zoverre gegrond worden verklaard.
Voor wat betreft de televisie is in de betreffende bijlage – ook voor zover in dit beroep van belang – bepaald dat deze niet over een USB-poort mag beschikken. Klager beklaagt zich erover dat zijn televisie bij de spitactie op 25 februari 2015 in
beslag
is genomen en dat hij kosten moet maken voor het onklaar maken van de USB-poort. De beroepscommissie is van oordeel dat, hoewel de nieuwe regel ten aanzien van televisies nadelige gevolgen heeft voor klager, de beslissing van de directeur tot het in
beslag nemen van de televisie, mede met het oog op de orde en veiligheid in de inrichting, niet onredelijk en onbillijk is. Het had op de weg van klager gelegen de USB-poort onklaar te laten maken.

Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b. en c. is de beroepscommissie van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor wat betreft het beklag als vermeld onder a., voor zover het beklag betrekking heeft op het in beslag nemen van de radio en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
Zij verklaart het beklag alsnog gegrond en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. MJ. Stolwerk, voorzitter, dr. A. van Kalmthout en J. Plaisier, Msc, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 24 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven