Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1498/GA, 24 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1498/GA

betreft: [klager] datum: 24 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 augustus 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voormelde p.i.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft (de verlenging van) een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan de arbeid voor de duur van veertien dagen wegens het trachten in te voeren van contrabande en het herhaaldelijk gebruik van cannabis, ingaande op 7 april 2015.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Sinds januari wordt hij, steeds om dezelfde reden, uitgesloten van de arbeid. Hij verricht nu sinds een half jaar arbeid op cel. Sporten, recreëren en
luchten mag hij wel met medegedetineerden. Het opleggen van de ordemaatregel vindt hij te veel. Na 15 maart 2015 heeft klager geen positieve urinecontrole meer gehad. Er is bovendien nooit contrabande bij hem aangetroffen, terwijl hier wel naar is
gezocht. Vanaf september 2014 tot januari 2015 had hij lak aan de regels. In deze periode scoorde hij 1000 op urinecontroles. Dit is de hoogste score. Sinds januari 2015 heeft klager twee keer in een half jaar positief gescoord op een urinecontrole.
Een
keer was de uitslag 58 en een keer was de uitslag 102. Hij heeft geen codetaal gebruikt bij het telefoneren. Als klager de cannabis niet zelf invoert, wordt het hem wel aangeboden tijdens het luchten. Hij heeft zelf ook wel eens cannabis laten
invoeren,
maar alleen voor eigen gebruik. De gevangenis is niet drugsvrij. Ook medegedetineerden scoren positief op urinecontroles.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klagers cannabisgebruik is altijd hoog geweest. Bij activiteiten had hij begeleiding nodig, omdat hij vaak stoned was.
In januari 2015 heeft klager in een telefoongesprek in geheimtaal met iemand gesproken. Een exacte datum waarop het telefoongesprek plaatsvond is niet bekend en er zijn geen rapportages van. Er zijn allemaal vermoedens en het is daarom logisch dat
klager in de gaten gehouden wordt. Er waren meldingen van gedetineerden dat ze iets mee moesten nemen. Klager neemt sinds twaalf maanden deel aan sport en recreatie. Bij de arbeid is het moeilijker om toezicht te houden. De arbeid vindt plaats op een
andere afdeling en er gaan circa honderd gedetineerden naartoe. Op één arbeidszaal werken ongeveer twintig tot dertig gedetineerden onder begeleiding van slechts één werkmeester. Klager is derhalve bij de arbeid niet altijd in beeld.

3. De beoordeling
In artikel 23, eerste lid onder a, van de Pbw is bepaald dat de directeur een gedetineerde kan uitsluiten van deelname aan een of meer activiteiten indien dit in het belang van de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting dan wel van een
ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is.
Uit de mededeling behorende bij de ordemaatregel en de inlichtingen van de directeur volgt dat het onverantwoord zou zijn om klager te laten deelnemen aan de arbeid, omdat hij zou trachten contrabande in te voeren en hij herhaaldelijk daadwerkelijk
cannabis gebruikt. Dat klager contrabande tracht in te voeren, zou blijken uit door hem in januari 2015 gevoerde telefoongesprekken. Het herhaaldelijke gebruik van cannabis volgt uit de positieve urinecontroles van 3 januari 2015 en 15 maart 2015. Het
betreffende telefoongesprek en de positieve urinecontroles lagen ook ten grondslag aan de in eerste instantie op 24 maart 2015 aan klager opgelegde ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan de arbeid. De beroepscommissie heeft klagers klacht
betreffende het opleggen van deze ordemaatregel gegrond verklaard (RSJ 20 augustus 2015, 15/1263/GA). In die uitspraak staat dat naar het oordeel van de beroepscommissie uit de in januari 2015 gevoerde telefoongesprekken en de positieve urinecontroles
onvoldoende blijkt dat klager heeft getracht drugs in te voeren. Daar komt bij dat de telefoongesprekken in januari 2015 hebben plaatsgevonden en de ordemaatregel pas op 24 maart 2015 werd opgelegd. De noodzaak om klager uit te sluiten van de arbeid
was
derhalve onvoldoende aannemelijk.
De beroepscommissie constateert dat er voor wat betreft de, in beroep aan de orde zijnde, (verlenging van de) ordemaatregel van 7 april 2015 geen nieuwe (concrete) informatie is verstrekt, waaruit de noodzaak tot het uitsluiten van klager van deelname
aan de arbeid blijkt.
Gelet op bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de noodzaak om klager uit te sluiten van de arbeid ook voor wat betreft de ordemaatregel van 7 april 2015 onvoldoende aannemelijk is geworden. De beroepscommissie zal het beroep derhalve
gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. MJ. Stolwerk, voorzitter, dr. A. van Kalmthout en J. Plaisier, MSc, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 24 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven