Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2006/GB, 21 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2006/GB

Betreft: [klager] datum: 21 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G. Ris, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 19 juni 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager en zijn raadsman zijn in de gelegenheid gesteld om op 7 september 2015 te worden gehoord door een lid van de Raad. Klager noch zijn raadsman hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt.
Op 14 september 2015 is een schriftelijke reactie van mr. Ris ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 3 mei 2012 gedetineerd. Hij verbleef in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) De Kijvelanden. Op 8 april 2015 is hij geplaatst in de locatie De Schie, welke plaatsing op 23 april 2015 middels een selectiebeslissing werd
bekrachtigd.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is voorafgaand aan de beslissing tot plaatsing in de locatie De Schie niet gehoord. Met hem is die beslissing enkel telefonisch doorgenomen. Klager heeft zich daarom niet kunnen verweren tegen de willekeurige mededeling van de
behandelinrichting.
Er is geen sprake geweest van hoor en wederhoor. Omdat klager inmiddels is geplaatst in de FPK te Assen wordt verzocht om een financiële tegemoetkoming voor de tijd dat klager ten onrechte in de locatie De Schie heeft doorgebracht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager ontkent zich te hebben gedragen zoals in de selectiebeslissing staat vermeld. Op basis van de ingewonnen informatie was duidelijk dat er sprake was van grenzeloos gedrag, waarbij de behandelinstelling heeft aangegeven dat de behandeling van
klager stokte en dat zij klager na diens uitplaatsing niet opnieuw op wilde nemen. De directeur heeft, voorafgaand aan het voorstel tot terugplaatsing, klager geïnformeerd. Klager heeft zich tijdens zijn verblijf onbegeleidbaar opgesteld, waardoor de
terugplaatsing was gerechtvaardigd. De selectiefunctionaris acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie De Schie is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager is inmiddels (andermaal) geplaatst in de FPK te Assen. Zijn eerdere verblijf in de FPK De Kijvelanden is op 8 april 2015 beëindigd omdat klager volgens de psycholoog van het FPK op geen enkele wijze begeleiding accepteerde en zich niet
liet sturen. Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie De Schie alsook uit de samenvattingen van de gedragsrapportages van FPK De Kijvelanden omtrent klager wordt voldoende aannemelijk dat een verdere behandeling in deze FPK niet (langer)
tot de mogelijkheden behoorde, gelet op klagers opstelling en gedrag aldaar. De directeur kon daarom, gelet op het advies van de FPK, in redelijkheid beslissen klager voor te dragen voor terugplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting. De
beroepscommissie acht gelet op de mededeling aan het eind van het selectie-advies voldoende aannemelijk dat klager op de hoogte is gebracht van dit voorstel van de directeur en zijn standpunt daarover kenbaar heeft gemaakt. Daarmee is voldaan aan de
minimale eis van hoor en wederhoor. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De
omstandigheid dat klager nadien wederom is geplaatst in een (andere) FPK maakt dat oordeel niet anders. Het beroep is ongegrond.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven