Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1330/GA, 6 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1330/GA

betreft: [klager] datum: 6 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. van Hees, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 april 2015 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. N. Flikkenschild, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Schie. Klager, die afstand heeft
gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft uitsluitend nog de beslissing van 12 september 2014 tot afwijzing van klagers verzoek om elke twee maanden extra bezoek zonder toezicht te mogen ontvangen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De directeur heeft het vertrouwensbeginsel geschonden door klagers verzoek af te wijzen. Aan klager is ruim vijf jaar extra
bezoek zonder toezicht toegekend. Bovendien heeft de directeur het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. De specifieke belangen van klager zijn niet meegenomen bij een eventuele belangenafweging, omdat het verzoek is afgewezen met verwijzing naar de
algemene regeling van 6 januari 2014. Klager ondergaat een lange gevangenisstraf (achttien jaar), komt over anderhalf jaar in aanmerking voor detentiefasering en wil zijn relatie met zijn echtgenote onderhouden. Ook is het gelijkheidsbeginsel
geschonden. Vier medegedetineerden mogen wel extra bezoek zonder toezicht ontvangen. Extra bezoek zonder toezicht vindt plaats op dezelfde gang als het advocatenbezoek. Daar moeten altijd twee personeelsleden aanwezig zijn. Daarom is het geen
steekhoudend argument dat geen extra bezoek zonder toezicht kan worden toegekend vanwege personeelstekort. Ter zitting van de beroepscommissie is een brief van klager overgelegd.

De directeur heeft daarop als volgt – zakelijk weergegeven – gereageerd. Vanaf 6 januari 2014 mogen de in de locatie De Schie verblijvende gedetineerden geen extra bezoek zonder toezicht meer ontvangen. Er heeft bij de afwijzing van klagers verzoek
geen
belangenafweging plaatsgevonden. Wel zijn de persoonlijke belangen van klager meegenomen. Er is met klager gesproken over de relatie met zijn partner. Er is sprake van een personeelstekort. Het is organisatorisch niet mogelijk om alle gedetineerden
structureel extra bezoek zonder toezicht toe te kennen. Hierop is een uitzondering gemaakt ten aanzien van vier levenslang gestraften, omdat zij geen uitzicht hebben op invrijheidsstelling. Als sprake is van een bijzondere omstandigheid dan heeft het
afdelingshoofd ruimte om incidenteel dan wel voor een bepaalde periode extra bezoek zonder toezicht toe te kennen. In dat geval wordt een belangenafweging gemaakt.

3. De beoordeling
Op 6 januari 2014 is de algemene regel dat alle in de locatie De Schie verblijvende gedetineerden extra bezoek zonder toezicht mogen ontvangen komen te vervallen.

Klager heeft de directeur verzocht om in afwijking van de algemene regel aan hem structureel extra bezoek zonder toezicht toe te kennen. De directeur heeft naar aanleiding van dit verzoek met klager gesproken en hem meegedeeld dat zijn verzoek in
verband met de personeelsbezetting wordt afgewezen, waarbij klagers persoonlijke belangen zijn meegenomen.

Dat klager tot aan de datum dat het structurele extra bezoek zonder toezicht werd ingetrokken gedurende ruim vijf jaar extra bezoek zonder toezicht genoot, betekent naar het oordeel van de beroepscommissie niet dat hij daaraan het vertrouwen mocht
ontlenen dat die algemene regel altijd zou voortduren. Van een onzorgvuldige voorbereiding van de beslissing door verwijzing naar de algemene regel is hier evenmin sprake temeer nu duidelijk is dat de mogelijkheid van incidenteel extra bezoek zonder
toezicht voor klager in beginsel mogelijk is. Ook het beroep van klagers raadsvrouw op het gelijkheidsbeginsel gaat naar het oordeel van de beroepscommissie niet op. Het gelijkheidsbeginsel geldt slechts in gelijke gevallen. Daarvan is hier geen
sprake,
reeds omdat klager geen levenslang gestrafte is.

Gelet op het vorenstaande merkt de beroepscommissie de bestreden beslissing niet aan als onredelijk of onbillijk. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Waarden, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 6 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven