Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1536/GA, 21 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1536/GA

betreft: [klager] datum: 21 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.L.C. Schoolderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 mei 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2015, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord mevrouw [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught.
Namens klagers raadsvrouw heeft mevrouw [...] op 21 juli 2015 schriftelijk laten weten dat zij verhinderd is ter zitting te verschijnen en heeft om die reden om aanhouding van de behandeling van het beroep verzocht. Voorts heeft zij op 24 juli 2015
schriftelijk laten weten dat klager niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de terugplaatsing van klager naar het basisprogramma.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Bij binnenkomst in de p.i. Vught op 5 februari 2015 werd hij in het basisprogramma geplaatst, terwijl hem in p.i. De Schie was medegedeeld dat hij in
Vught in het plusprogramma zou worden geplaatst. Het personeel heeft dit uitgezocht en vervolgens mocht klager deelnemen aan het plusprogramma. Na het MDO van 5 maart 2015 werd klager teruggeplaatst naar het basisprogramma. Volgens het personeel hoorde
klager in het basisprogramma omdat er sprake was van strafoverplaatsing, waardoor hij niet in het plusprogramma geplaatst had mogen worden. Klager is echter doorgeplaatst na veroordeling in eerste aanleg. In De Schie nam hij deel aan een basisprogramma
omdat hij daar in het huis van bewaring verbleef, dat alleen een basisprogramma heeft. Op basis van deze informatie heeft het afdelingshoofd besloten terug te komen op de beslissing en klager voorlopig gewoon deel te laten nemen aan het plusprogramma.
De directeur zou er later nog op terugkomen. In een gesprek met de directeur over een ordemaatregel is het basis- dan wel plusprogramma niet ter sprake gekomen. Klager ging er vanuit dat het afgehandeld was. Na dit gesprek werd klager alsnog
teruggeplaatst naar het basisprogramma. Klager is niet meer in de gelegenheid gesteld om zijn verhaal te doen. Hij heeft geen officiële beschikking ontvangen omtrent zijn promotie of degradatie.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Bij binnenkomst in de p.i. Vught is klager - op advies van p.i. De Schie - in het basisprogramma geplaatst. Het personeel heeft klager echter laten
meedraaien in het plusprogramma. Na constatering hiervan is dit rechtgezet. Klager heeft geen beschikking ontvangen omdat hij nooit formeel is gepromoveerd en dus ook niet gedegradeerd kon worden.

3. De beoordeling
Namens klager is verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep. De beroepscommissie acht zich evenwel voldoende ingelicht om thans op dat beroep te kunnen beslissen. Zij zal het verzoek om aanhouding van de behandeling om die reden
afwijzen.

Uit de onderliggende stukken maakt de beroepscommissie op dat klager vanaf zijn binnenkomst in de p.i. Vught onbedoeld heeft deelgenomen aan het plusprogramma. Nadat het personeel dit opmerkte, is klager - zonder degradatiebeslissing - teruggeplaatst
naar het basisprogramma. Klager nam toen echter al minstens een maand deel aan het plusprogramma. Gelet op bovenstaande had naar het oordeel van de beroepscommissie aan de terugplaatsing een degradatiebeslissing ten grondslag moeten liggen. De
beroepscommissie zal derhalve het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, R. van Benthem en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 21 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven