Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1127/GA, 18 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1127/GA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.T.M. Zumpolle, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 31 maart 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Zuid van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Arnhem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zuid in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het handelen van klagers casemanager en het feit dat klager nog niets heeft gehoord over zijn verlofaanvraag.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Zowel klager als de directeur hebben in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
In zijn klaagschrift van 13 januari 2015 stelt klager dat zijn vorige casemanager zijn afspraken niet nakwam, moeilijk bereikbaar was en geen terugkoppeling gaf van de gemaakte afspraken. Voorts stelt klager dat hij verlof heeft aangevraagd om op 5
februari 2015 een open dag van een school te bezoeken en dat er tot op heden geen enkel gehoor aan is gegeven.
De directeur is als (functioneel) leidinggevende verantwoordelijk voor de werkzaamheden van de casemanager, hetgeen inhoudt dat het handelen van de casemanager aan de directeur is toe te rekenen; de beroepscommissie zal klager derhalve ontvankelijk
verklaren in zijn beklag.

Uit het dossier blijkt dat het gerechtshof Amsterdam op 27 januari 2015 de beslissing over de schorsing van klagers voorlopige hechtenis ten behoeve van klagers plaatsing in de stichting “De ontmoeting” - reden waarom werd gewacht met het verlofadvies
-
heeft aangehouden tot 10 februari 2015. De casemanager heeft vervolgens klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten behoeve van een open dag “vakopleiding” op 27 januari 2015 doorgezonden naar de selectiefunctionaris. Op 4 februari
2015 heeft de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie klagers verzoek afgewezen. Klagers beroep tegen deze beslissing is op 9 maart ongegrond verklaard, RSJ 9 maart 2015, 15/347/GV.
De beroepscommissie is van oordeel dat niet gesproken kan worden van nalatigheid aan de kant van de casemanager. Het beklag zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. G. L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 18 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven