Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1474/GB, 24 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1474/GB

Betreft: [klager] datum: 24 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N. Bertrand, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 mei 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager van 21 april 2015 gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel niet-ontvankelijk verklaard op 6 mei 2015.

2. De feiten
Klager is sedert 17 november 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Zoetermeer. Op 16 april 2015 is klager geselecteerd voor de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den Ijssel. Op 6 mei 2015 is klager geselecteerd
voor de gevangenis van de locatie Zoetermeer, alwaar hij inmiddels verblijft.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft schriftelijk verzocht om overplaatsing naar de p.i. Veenhuizen, locatie Norgerhaven of locatie Esserheem. Op dit verzoek is thans nog geen beslissing genomen, althans daar
is
niet van gebleken. Namens klager is op 24 april 2015 een aanvullend bezwaarschrift ingediend, waarin is gewezen op het uitblijven van een beslissing op zijn verzoek. In voornoemd bezwaarschrift is naast het bezwaar tegen de selectie voor de gevangenis
van de p.i. Krimpen aan den Ijssel, ook bezwaar gemaakt tegen de fictieve weigering een beslissing te nemen, althans de impliciete afwijzing aangaande voornoemd verzoek. In de bestreden beslissing is dit niet onderkend. De niet-ontvankelijkheid geldt
niet voor het bezwaar tegen de fictieve weigering en geldt niet (zonder meer) voor de impliciete afwijzing van het verzoek. Klager verzoekt het beroep gegrond te verklaren, de bestreden beslissing te vernietigen en de selectiefunctionaris op te dragen
een nieuwe beslissing te nemen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek op 5 juni 2015 als volgt toegelicht. Klagers bezwaarschrift van 21 april 2015 is niet-ontvankelijk verklaard omdat er op 6 mei 2015 een nieuwe selectiebeslissing voor de gevangenis
van de locatie Zoetermeer is genomen. Hiermee komen de gronden aan het bezwaar te ontvallen. Het is voor de selectiefunctionaris niet duidelijk geweest dat klager een overplaatsingsverzoek had ingediend voor de p.i. Veenhuizen. Door de locatie
Zoetermeer is een selectieadvies omtrent de selectie voor een gevangenis opgemaakt, waarin slechts sprake leek te zijn van een voorkeur voor de p.i. Veenhuizen. In de selectiebeslissing is gemotiveerd aangegeven dat omwille van de rechtsgang gekozen is
voor de regio Den Haag. Verzocht wordt om het beroep ongegrond, danwel niet-ontvankelijk te verklaren.

4. De beoordeling
4.1. De beroepscommissie overweegt dat klager op 6 mei 2015 inmiddels is geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Zoetermeer, tegen welke selectiebeslissing hij een bezwaarschrift heeft ingediend, waarmee het belang aan de behandeling van zijn
bezwaarschrift van 21 april 2015 tegen de selectie voor de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den Ijssel is ontvallen. De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift dan ook in redelijkheid niet-ontvankelijk kunnen verklaren.

4.2. Voor zover het beroep zich richt tegen het uitblijven van een beslissing op klagers verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Veenhuizen zoals beschreven is in het aanvullende bezwaarschrift van 24 april 2015 overweegt de beroepscommissie dat het
voldoende aannemelijk geworden is dat het formulier dat klager op 20 maart 2015 heeft ingevuld zag op zijn voorkeur voor een bepaalde inrichting. Uit het selectieadvies van 9 april 2015 blijkt dat klagers voorkeur is betrokken bij het opstellen van het
selectieadvies met betrekking tot de plaatsing in een gevangenis in verband met een veroordeling in eerste aanleg. Voldoende is komen vast te staan dat de selectiefunctionaris klagers voorkeur heeft betrokken bij zijn selectiebeslissing, maar op goede
gronden deze voorkeur niet heeft gehonoreerd.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Derhalve zal het beroep ongegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 24 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven