Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0982/JA, 3 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:03-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/982/JA

betreft: [klager] datum: 3 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Teylingereind te Sassenheim,

gericht tegen een uitspraak van 9 maart 2015 van de beklagcommissie bij voormelde j.j.i., gegeven op een klacht van [...], geboren op 1 augustus 1996, verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 juni 2015, gehouden in de j.j.i. Eikenstein te Zeist, zijn [...], algemeen directeur en [...], juridisch medewerkster, beiden verbonden aan de j.j.i. Teylingereind, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft de oplegging op 11 december 2014 van een ordemaatregel van plaatsing op eigen kamer van 11 december 2014 15.20 uur tot en met 11 december 2014 21.30 uur, wegens een positieve uitslag op een uc
controle.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 5,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager scoorde op 17 november 2014 op de THC waarde meer dan 200. Drie weken later, op 10 december 2014 scoort hij wederom op de THC waarde meer
dan
200. In dit geval moet derhalve sprake zijn van bijgebruik.
Er kan boven de 200 geen precieze waarde worden aangegeven. In de beklagprocedure is door het hoofd klinisch farmaceutisch lab van het Twee Steden ziekenhuis aangegeven dat slow metabolizers en mensen met een hoog BMI een tragere halfwaardetijd hebben.
Omdat uit eerdere metingen niet blijkt dat klager slow metabolizer is en hij gezien zijn tengere postuur zeker geen hoog BMI heeft, zijn deze afwijkende interpretaties niet van toepassing op klager.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht. Kort weergegeven komt zijn standpunt er op neer dat klager ten onrechte een ordemaatregel is opgelegd omdat hij geen drugs heeft gebruikt in de
genoemde periode. Bij beide metingen was zijn THC waarde meer dan 200. Dit kan ook betekenen dat de waarde bij de eerste meting bijvoorbeeld 600 was en bij de tweede bijvoorbeeld 220. Dan is er geen sprake van bijgebruik.

3. De beoordeling
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Hiertoe wordt overwogen dat uit het Protocol Urinecontrole van Teylingereind blijkt dat de urine van een jongere als positief
wordt beschouwd indien, voor zover hier aan de orde, de cannabiswaarde ten opzichte van de eerdere uitkomst van een urinecontrole is gestegen. Daarbij geldt dat in het geval sprake is van een vorige uitslag naast een gestegen cannabiswaarde tevens
sprake dient te zijn van een gestegen kreatininewaarde , wil men kunnen aantonen dat er in de tussenliggende periode door de jongere is bijgebruikt. Van belang is te weten hoe de op verschillende data gemeten hoeveelheden cannabis zich tot de gemeten
hoeveelheden kreatinine verhouden (hierna: cannabis/kreatinine ratio). Deze ratio is een maat voor de afname/toename van de cannabisconcentratie.
Ten aanzien van klager geldt dat de cannabis/kreatinine ratio bij de urinecontroles op 17 november 2014 en 10 december 2014 niet is (en niet kon worden) vastgesteld, nu kennelijk bij een cannabiswaarde van meer dan 200 geen exacte hoeveelheid cannabis
kan worden gemeten. De cannabis/kreatinine ratio van 17 november 2014 kan niet kan worden vergeleken met de cannabis/kreatinine ratio van 10 december 2014 en daarnaast kan niet worden vastgesteld of sprake is van een gestegen of gedaalde
cannabiswaarde,
nu in beide gevallen de cannabiswaarde meer dan 200 is en geen sprake is van een exact gemeten hoeveelheid. Nu op de betreffende data geen sprake is van exact gemeten cannabiswaarden, er ook geen bevestigingsonderzoek is gedaan, kan ook niet kan
worden
vastgesteld of sprake is van afbouw dan wel bijgebruik. Of er al dan niet sprake is van een trage stofwisseling of een laag of hoog BMI is in dit geval niet van belang.
Nu niet kan worden vastgesteld dat klager in de periode tussen 17 november 2014 en 10 december 2014 heeft bijgebruikt, had hem geen ordemaatregel of disciplinaire straf mogen worden opgelegd.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J. Calkoen-Nauta, voorzitter, dr. J.J. Kole en drs. J.E. Wouda, leden, bijgestaan door mr. I. Lispet, secretaris,
op 3 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven