Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1319/GB, 6 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1319/GB

Betreft: [klager] datum: 6 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 april 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo in het kader van een gestapeld traject
niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 september 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. Op 18 maart 2015 is hij geplaatst in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1 Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De bestreden beslissing is in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur, nu er geen termijn is gegeven om gronden in te dienen en op grond van het ontbreken van gronden het bezwaar
niet-ontvankelijk is verklaard. Voorts is de z.b.b.i. van de p.i. Almelo geen alternatief voor de z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard gelet op de langere reistijd vanaf Amsterdam. Klagers woonplaats is Amsterdam. Zijn voorkeur is de
z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos en hij wenst alsnog op de wachtlijst geplaatst te worden. Daarnaast richt het beroep zich ook tegen het locatieverbod voor de gemeente Amsterdam. Klagers naasten wonen in Amsterdam, hij wil daar zelf gaan wonen en ook
zijn raadsman houdt kantoor in Amsterdam. Daarbij is zijn vader niet in staat te reizen. Klager heeft geen bezwaar tegen de voorwaarde niet in contact te treden met de nabestaanden, maar opgemerkt wordt dat de nabestaanden – voor zover bekend – niet in
Amsterdam wonen. Klager verzoekt deze voorwaarden te laten vervallen. Klager verzoekt om compensatie.

3.2 De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het bezwaarschrift is niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen aanvullende gronden zijn ontvangen. Abusievelijk is een locatieverbod als bijzondere voorwaarde opgelegd
door de selectiefunctionaris. Verzocht wordt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren voor zover het beroep ziet op de opgelegde voorwaarden. Voor wat betreft de plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo heeft de selectiefunctionaris het volgende
aangegeven. Gezien de huidige capaciteit en de wachtlijst in de regio Noord-Holland is uitgeweken naar de z.b.b.i. van de p.i. Almelo. Klager woont niet in Amsterdam. Zijn verlofadres en verblijfadres zijn in Almere. Klager kan wekelijks het contact
met
zijn relaties zelf plannen. De grond dat zijn vader niet in staat is te reizen wordt niet nader onderbouwd. Er is geen noodzaak klager te selecteren voor de z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos.

4. De beoordeling
4.1 De z.b.b.i. van de p.i. Almelo is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een zeer beperkt beveiligingsniveau. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele
gemeenschap
worden geplaatst.

4.2 Op grond van artikel 17, tweede lid, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht een met redenen omkleed bezwaarschrift in te dienen. Nu uit de stukken niet kan worden afgeleid of klagers raadsman, hoewel deze daar tijdig en uitdrukkelijk om
heeft verzocht, een termijn is gegeven om het bezwaarschrift met redenen te omkleden en de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing desalniettemin inhoudelijk op het bezwaar is ingegaan, zal de beroepscommissie meteen inhoudelijk op het beroep
beslissen.

4.3 Voor zover het beroep zich richt tegen de bijzondere voorwaarden die zijn opgelegd door de selectiefunctionaris overweegt de beroepscommissie dat ingevolge artikel 19, eerste lid, jo. Artikel 5, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten
van
de inrichting de directeur van de inrichting bevoegd is tot het stellen van voorwaarden aan regimair verlof. De keuze van de wetgever om deze bevoegdheid expliciet bij de directeur van de inrichting neer te leggen, impliceert dat de
selectiefunctionaris
een dergelijke bevoegdheid niet heeft. De selectiefunctionaris heeft ook aangegeven dat de voorwaarden abusievelijk zijn opgelegd. Gelet op het vorenstaande moet worden geoordeeld dat de aan de selectiebeslissing door de selectiefunctionaris verbonden
voorwaarden geen rechtskracht hebben. Voor zover het beroep zich tegen de bijzondere voorwaarden richt zal het beroep dan ook gegrond worden verklaard. Derhalve dient de bestreden beslissing voor wat betreft deze voorwaarden te worden vernietigd. De
beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

4.4 Klager verblijft inmiddels in een z.b.b.i. Het beroep van klager richt zich niet zozeer tegen de beslissing hem te plaatsen in een z.b.b.i. als wel tegen de beslissing hem te plaatsen in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo. De selectiefunctionaris
heeft aangegeven dat de z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos een erg lange wachtlijst heeft en dat een plaatsing in de p.i. Almelo snel te realiseren was.

4.5 Gelet op het beleid van het gevangeniswezen om in de eindfase van de detentie meer gewicht toe te kennen aan regionalisering, verdraagt de beslissing klager in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo te plaatsen zich slecht met dit beleid. De p.i.
Almelo
is op aanzienlijke afstand van de regio Amsterdam, waar klagers relaties wonen en waar hij zich na detentie wil vestigen. Uit het selectieadvies van 10 maart 2015 blijkt dat het verlofadres in Almere het adres van klagers broer betreft. Uit de stukken
blijkt daarbij dat klager, indien hij daarvoor in aanmerking komt, een penitentiair programma zal gaan volgen bij het Penitentiair Trajecten Centrum te Haarlem, hetgeen ook duidt op een gefaseerde terugkeer in de regio Amsterdam. Bovendien heeft klager
aangegeven om op de wachtlijst voor plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos te willen worden geplaatst. Echter, zoals de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing heeft uitgelegd, bedroeg de wachttijd voor de z.b.b.i. van de locatie
Zuyder Bos op dat moment al meer dan twee en een halve maand. Door klager meteen in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo te plaatsen is aan het belang van klager tegemoet gekomen. Op grond van het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris voor wat betreft de plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal op dit punt
derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor zover het beroep zich tegen de bijzondere voorwaarden richt en vernietigt de beslissing van de selectiefunctionaris voor wat betreft deze voorwaarden. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe. De
beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor wat betreft de plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 6 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven