Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1392/GB, 15 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:15-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1392/GB

Betreft: [klager] datum: 15 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.J.Silvis, namens

[...], geboren op [1970], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 juli 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek om het resterende deel van zijn penitentiair programma zonder electronisch toezicht te mogen volbrengen, afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager was sedert 26 mei 1999 gedetineerd. Op 9 april 2002 startte hij met zijn penitentiair programma. Administratief was hij ondergebracht bij het huis van bewaring Noordsingel te Rotterdam.

2.2. Klager onderging een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf ving aan op 29 december 2000. Klagers v.i.-datum viel op 18 september 2002.

3. Ontvankelijkheid
Ingevolge artikel 72, eerste lid, jo artikel 17, eerste lid onder b, Pbw heeft een gedetineerde het recht een beroepschrift in te dienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van zijn deelname aan eenpenitentiair programma.
Ingevolge artikel 72, eerste lid, jo artikel 18, eerste lid onder b, Pbw heeft een gedetineerde voorts het recht een beroepschrift in te dienen tegen de afwijzing van zijn verzoek tot deelname aan een penitentiair programma.

In het onderhavige geval heeft klager gevraagd zijn penitentiair programma te mogen voltooien zonder electronisch toezicht. De selectiefunctionaris heeft dit verzoek afgewezen. Van een beslissing tot beëindiging van het penitentiairprogramma of een beslissing tot afwijzing van een verzoek tot deelname aan een penitentiair programma is evenwel geen sprake. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
Overigens stelt de beroepscommissie vast dat klager inmiddels vervroegd in vrijheid is gesteld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 15 oktober 2002

secretaris voorzitter

Naar boven