Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1406/GB, 24 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1406/GB

Betreft: [klager] datum: 24 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 juni 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen te Almere ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 april 2002 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Scheveningen te Den Haag. Op 15 augustus 2002 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil naar de locatie Havenstraat worden overgeplaatst, een h.v.b. voor volwassenen, want dat is minder ver voor zijn bezoek. Bovendien zeggen de psycholoog, de psychiater en het BSD ook dat het beter voor hem is dat hij naareen h.v.b. voor volwassenen gaat.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager valt in de categorie gedetineerden tussen 18 en 24 jaar en daarom heeft het h.v.b. Schevingen een eerste indicatiestelling uitgebracht. Hieruit blijkt dat klager een tekortkoming heeft op A (sociale contacten). Dit isvoldoende om hem in het Jovo-circuit te plaatsen. Gelet op het gegeven dat klager preventief is gehecht voor het arrondissementsparket Amsterdam, is gekozen voor overplaatsing van klager naar de locatie Almere. Het h.v.b.Scheveningen gaf in het selectie-advies aan dat het niet aan te raden is om klager op een Jovo-afdeling te plaatsen. Dit advies heeft echter geen juridische basis. De eerste indicatiestelling wel.

4. De beoordeling
4.1. Het h.v.b. voor psychologisch onvolwassenen Almere-Binnen is met ingang van 13 mei 2002 aangewezen als inrichting voor mannen met een standaardregime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, alsmede alsinrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.
Volgens dit artikel worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassen.
In het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001, staat onder meer dat psychologische onvolwassenheidzich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die een belemmerend effect hebben op de persoonlijke ontwikkeling. Voorts kan gesteld worden dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in eenrelatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden.
Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
Hij valt, gelet op artikel 16 aanhef en onder b Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, gelet op zijn leeftijd onder de categorie gedetineerden die in een inrichting of afdeling voor de bijzondere opvang vanpsychologisch onvolwassenen kunnen worden geplaatst.

4.3. In het selectie-advies van het h.v.b. Scheveningen is aangegeven dat klager, gezien zijn ervaring met justitie en detentie en zijn volwassen houding, niet past op een Jovo-afdeling. Er wordt aangeraden hem in een h.v.b. voorvolwassenen te plaatsen waar hij weinig prikkels krijgt. Uit de indicatiestelling ten behoeve van de Jovo-plaatsing blijkt dat klager een tekortkoming heeft op het vlak sociale contacten. De motivering van de selectiefunctionarishoudt, ondanks opmerkingen daarover van klager in zijn bezwaarschrift, niets in omtrent het door het h.v.b. gegeven selectie-advies. De mededeling dat dit advies een juridische basis ontbeert, waarmee kennelijk wordt gedoeld op hetfeit dat de Jovo-selectieprocedure een dergelijk advies niet kent, is niet als voldoende motivering aan te merken om aan voornoemd advies voorbij te gaan. Nu niet blijkt dat bij de beslissing van de selectiefunctionaris het adviesvan de inrichting in de afweging is betrokken, moet de gegeven motivering als onvoldoende worden aangemerkt. Het beroep zal daarom op formele grond gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. Deselectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van veertien dagen na ontvangst.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van veertien dagen na ontvangst.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 24 oktober 2002

secretaris voorzitter

Naar boven