Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0989/GA, 11 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/989/GA

betreft: [klager] datum: 11 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 6 mei 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Nieuw Vosseveld te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beklagrechter als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
a. de bejegening door PIW-ers en
b. de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van vier dagen wegens bedreiging van personeel en het niet voldoen aan opdrachten van personeel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het gaat om het bewust kwaadaardig en laag handelen van personeel. Klager zijn activiteiten ontnomen uit afgunst en egoïsme. Jaloersehaat is de wortel. De bedoeling is om klager stuk te maken. Ze proberen enkel verwarring te zaaien en onschuldige gevangenen lastig te vallen en te bestelen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Voor wat betreft het onder a. vermelde komt de beroepscommissie tot het oordeel dat, nu de klacht de bejegening door PIW-ers betreft en geen beklagwaardige beslissing als bedoeld in

artikel 60 Pbw inhoudt, de uitspraak van de beklagrechter dient te worden vernietigd. Klager zal niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor wat betreft onderdeel b. komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beklagrechter opgoede gronden en met
juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft onderdeel a. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk. Voor wat betreft onderdeel b. verklaart de beroepscommissiehet beklag ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 oktober 2002

secretaris voorzitter

Naar boven