Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4840/GV, 26 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:26-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4840/GV

betreft: [klager] datum: 26 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 december 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager had begin september 2014 een positieve score op softdrugs bij een urinecontrole. Op 9 oktober 2014 is bij klager weer een urinecontrole afgenomen. Hoewel klager niet had
bijgebruikt, is hij toch disciplinair gestraft. Hij heeft beklag ingediend, maar hij heeft hier vervolgens niets meer over gehoord. Klager heeft wel strafonderbreking gehad en mocht gewoon naar de arbeid. Hij vindt dat er niet eerlijk wordt gestraft in
de inrichting. Andere gedetineerden komen er wel mee weg. Hij denkt dat dat er mee te maken heeft dat er wel vijf verschillende directeuren zijn. De uitslag van de urinecontrole klopt in ieder geval niet. Hij heeft veel lichaamsvet en sport twee tot
drie keer per week. Hij denkt dat dat er wellicht mee heeft te maken. Dit blijkt ook uit het Bajesboek.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven –toegelicht. De verlofaanvraag is afgewezen, omdat klager twee maal positief heeft gescoord op het gebruik van softdrugs. Dit is conform het
Drugsontmoedigingsbeleid.
Naar aanleiding van klagers beroepschrift heeft de Staatssecretaris contact opgenomen met het laboratorium. Het Toxologisch Laboratorium van het Gelre Ziekenhuis te Apeldoorn geeft aan dat niet kan worden vastgesteld dat sprake is van afbouw. Zij zien
de twee urinecontroles als aparte controles, omdat tussen de controles een periode van meer dan vijf weken zit. Klager heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij beklag heeft ingediend.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere heeft aangegeven dat het Multi Disciplinair Overleg op 18 december 2014 positief heeft geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. In het kader van het Drugsontmoedigingsbeleid wordt echter
geadviseerd de verlofaanvraag af te wijzen, omdat klager binnen een periode van drie maanden positief heeft gescoord (september en oktober 2014) waardoor het eerstvolgende verlof wordt afgewezen.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft positief geadviseerd.
De politie heeft het verlofadres geverifieerd en in orde bevonden. De buurtregisseur heeft echter op 1 december 2014 aangegeven bezwaar te hebben vanwege antecedenten van klager in relatie tot de criminaliteits- en overlastproblematiek in
Holendrecht-West, waar de woning gelegen is waar klager zijn verlof wil doorbrengen. Daarnaast heeft klager nog 21 boetes open staan.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twee jaar met aftrek, wegens het handelen in strijd met de artikelen 157, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht. De einddatum van zijn detentie is thans gesteld op 11 mei 2015.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

Uit het selectieadvies van de directeur van de p.i. Almere volgt dat klager op 5 september 2014 en op 8 oktober 2014 positief heeft gescoord op softdrugs. De secretaris van de beklagcommissie van de p.i. Nieuwegein heeft desgevraagd telefonisch
aangegeven dat klager geen beklag heeft ingediend, zodat van deze positieve scores kan worden uitgegaan. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid, mede in aanmerking genomen het Drugsontmoedigingsbeleid waaruit volgt dat bij twee
maal een positieve score op softdrugs binnen een periode van drie maanden het eerstvolgende verlof kan worden ingetrokken, een contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze, ondanks het positieve advies van het OM, een afwijzing van klagers
verlofaanvraag rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 26 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven