Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1044/GA, 20 september 2002, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1044/GA

betreft: [klager] datum: 20 september 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda,

gericht tegen een uitspraak d.d. 16 mei 2002 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 augustus 2002, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught te Vught, is gehoord de heer [...], unit-directeur van het h.v.b. De Boschpoort.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het missen van een transport door klager naar het gerechtshof te Den Bosch, als gevolg van onzorgvuldig handelen van het inrichtingspersoneel.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft meer waarde gehecht aan de mededeling van klager dat hij pas om 08.45 uur is geroepen voor het transport, dan aan alle verslagen en overige stukken die inmiddels zijn overgelegd van mijn kant. Helaas is terzitting van de beklagcommissie niet één van de betrokken penitentiair inrichtingswerkers (piw-ers) gehoord. Toen deze piw-er klager andermaal attendeerde op het transport, reageerde klager met de woorden „jij bent nu al de derdepersoon die dit komt vragen“. Deze piw-er heeft ook geconstateerd dat een medegedetineerde op zijn gemak koffie stond te drinken in de cel van klager. Hij heeft van het hele voorval een melding gemaakt in het interne rapportagestysteem. Klager heeft er lang over gedaan om bij de badafdeling te komen. Hij is om 08.10 uur voor het eerst geroepen en daarna nog tweemaal. Om ongeveer 08.50 uur is de transportbus met de andere gedetineerden vertrokken. Klagerheeft de piw-ers zelf niet gebeld om aan te geven dat hij op transport moest.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hoewel op sommige punten onduidelijkheid blijft bestaan over de gehele feitelijke gang van zaken, is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur, gelet op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen, voldoendeaannemelijk heeft gemaakt dat klager tijdig is opgeroepen voor het transport. Zij merkt hierbij op dat klager van tevoren van de zittingsdatum bij het gerechtshof op de hoogte moet zijn geweest en dat hij het zelf ook deels in dehand heeft gehad om op tijd klaar te zijn voor het transport. Gelet hierop dient het beroep gegrond te worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en drs. M.S.H. Ridder-Padt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 20 september 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven