Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1401/GA, 26 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:26-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1401/GA

betreft: [klager] datum: 26 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 februari 2002 van de voorzitter van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer te Zoetermeer, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft, welke beslissing op 6 mei 2002 naarklager verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman, mr. R. Polderman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De voorzitter van de beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de (wijze van) voortijdige beëindiging van het bezoek, op de gronden als in deaangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De tegemoetkoming is te gering omdat deze niet in verhouding staat tot de inbreuk die klager tijdens het bezoek van zijn echtgenote en negenjarige dochter heeft ondervonden van het met geweld in de boeien afvoeren naar deafzonderingscel. Als gevolg hiervan komt de dochter niet meer op bezoek. Een tegemoetkoming die meer in overeenstemming is met het door klager ondervonden leed is geboden.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit het voortijdig beëindigen van het bezoek van zijn vrouw en zijn negenjarige dochter op een overmatig indringende wijze.
De beroepscommissie komt, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat de tegemoetkoming als juist kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de voorzitter van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 26 augustus 2002

secretaris voorzitter

Naar boven