Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1164/GB, 21 augustus 2002, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1164/GB

Betreft: [klager] datum: 21 augustus 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1973], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 mei 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 14 november 1997 gedetineerd. Hij verbleef in onder meer in de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard. Op 5 oktober 2001 is hij overgeplaatst naar de gevangenis Esserheem te Veenhuizen, waar een regime vanalgehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 23 mei 1998. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 9 november 2005.

3. De standpunten
3.1. Door of namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot plaatsing overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos als volgt toegelicht. Klager heeft lang genoeg op een normale manier geprobeerd om overgeplaatstte worden. Klager hoopt dat alsnog aan hem de mogelijkheid wordt geboden om op een normale manier uit Esserheem weg te komen en dat de beslissing van de selectiefunctionaris herzien wordt. Dat in Zuyderbos geen andere Chinesegedetineerde verblijft is niet zo belangrijk omdat klager een beetje Nederlands heeft leren spreken en schrijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van klagers verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de gevangenis Zuyderbos. Dit verzoek is afgewezen omdat klager in februari 2002 al een soortelijk verzoek had gedaan aan de selectiefunctionaris, dat is afgewezen. Op 23 maart 2002 werdopnieuw een overplaatsingsverzoek ontvangen dat in verband met artikel 18 derde lid van de Pbw werd afgewezen. Op 10 mei 2002 werd opnieuw een verzoek ontvangen, waarbij klager opnieuw werd gewezen op artikel 18 derde lid van de Pbwwaarin duidelijk wordt aangegeven welke tussenliggende termijnen gelden voor het indienen van een nieuw overplaatsingsverzoek. Volgens de Raad is abusievelijk aangegeven dat klager in bezwaar kon gaan tegen de afwijzing van hetverzoek. Klagers verzoek was onderbouwd en hij had direct in beroep kunnen gaan. Het verzoek is in bezwaar behandeld en ook hierin is wederom gewezen op artikel 18 derde lid van de Pbw. Daarnaast is in de beantwoording vermeld datde selectiefunctionaris in augustus bereid is om een hernieuwd verzoek te bekijken.
Van belang is dat klager zelf verantwoordelijk is voor het ontstaan van de huidige situatie. Klager zat in Zuyderbos had daar contact met een andere Chinese gedetineerde maar heeft desondanks meerdere keren aangegeven naar Esserheemin Veenhuizen te willen. Het laatste verzoek om naar Esserheem overgeplaatst te worden dateert van augustus 2001. Argumenten die een rol speelden bij de inwilliging van het verzoek waren de aanwezigheid van een Mandarijn Chinees ende visie van het PSC dat klager steunde in zijn wens om naar Esserheem te kunnen gaan. De plaatsing werd in oktober 2001 gerealiseerd. Begin 2002 gaf klager aan dat hij weer terug geplaatst wenste te worden naar Zuyderbos en ookthans is dat het geval. Overigens verblijven er thans geen Chinezen meer in Zuyderbos terwijl dit in Esserheem wel het geval is. Inmiddels is besloten om beide Chinezen op dezelfde afdeling te plaatsen. De vraag is of betrokkenebaat heeft bij een eventuele terugkeer naar Zuyderbos.

4. De beoordeling
Artikel 72, eerste lid, PBW stelt beroep open tegen de afwijzing van een verzoek tot overplaatsing als bedoeld in artikel 18 Pbw. In de afwijzende beslissing op klagers verzoek heeft de selectiefunctionaris echter vermeld dat tegenzijn beslissing een bezwaarschrift kon worden ingediend. Het als gevolg hiervan door klager ingediende bezwaarschrift is door de Raad als beroepschrift aangemerkt.
Klager heeft in februari 2002 eerder verzocht om overplaatsing, welk verzoek is afgewezen. Het onderhavige verzoek is door klager ingediend op 10 mei 2002 en derhalve voldoet dit verzoek niet aan de voorwaarde gesteld in artikel 18,derde lid van de Pbw dat pas na zes maanden na afwijzing opnieuw een dergelijk verzoekschrift kan worden ingediend.
Daarom zal klager in zijn als beroep aangemerkt verzoek niet ontvankelijk worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 augustus 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven