Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0958/STA, 25 maart 2014, schorsing
Uitspraakdatum:25-03-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/958/STA

betreft: [klager] datum: 25 maart 2014

De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

het hoofd van FPC Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 67, vierde lid, tweede volzin, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, van de tenuitvoerlegging van een uitspraak van 7 maart 2014 van de beklagcommissie bij voornoemde
inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager inzake het niet mogen beschikken over een eigen laptop voor het volgen van een opleiding.

De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagcommissie en de onderliggende stukken en van het beroepschrift van 17 maart 2014 en de aanvulling daarop van 19 maart 2014. Klager en zijn raadsman mr. B. van Rhijn zijn in de
gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het schorsingsverzoek.

1. De standpunten
Verzoeker heeft het verzoek als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft het beklag ten onrechte gegrond verklaard. Uitspraak 13/3513/GA van de beroepscommissie heeft betrekking op een wezenlijk andere situatie. De regels voor het gevangeniswezen wijken af van de regels die op grond van de Bvt in
tbs-inrichtingen gelden. Het is patiënten tot op heden niet toegestaan computerapparatuur in bezit te hebben. Deze regel is conform het beleid van DJI dat tbs-patiënten niet zelf mogen beschikken over computerapparatuur. De patiënt kan wel een verzoek
tot het bezit van een pc doen. Dit is door de staf afgewezen. Klager heeft vijf uur onderwijs per week en kan ook op de verblijfsafdeling gebruikmaken van de pc. Voor de LOI-cursus heeft een eigen laptop geen meerwaarde, omdat de laptop dan een
internetaansluiting zou moeten hebben en dat is in de inrichting niet toegestaan.
De inrichting verneemt graag de uitspraak van de schorsingsvoorzitter alvorens de algemene in de inrichting geldende regel wordt aangepast. Het wel moeten toestaan van laptops heeft immers gevolgen die verder gaan dan het toestaan van een laptop aan
klager.

Uit telefonische inlichtingen van 24 maart 2014 van de secretaris bij klagers raadsman is gebleken dat klager persisteert bij zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat de beklagcommissie het beklag van klager tegen een door verzoeker genomen beslissing tot het niet mogen beschikken over een eigen laptop gegrond heeft verklaard. De beklagcommissie heeft de bestreden beslissing vernietigd
en
de inrichting opgedragen om binnen veertien dagen na ontvangst van de uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beklagcomissie.

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van een uitspraak van de beklagcommissie slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist.
In het licht van de aangevoerde feiten en omstandigheden en met name de motivering door verzoeker van de belangen bij voortzetting van de bestreden beslissing zijn er vooralsnog termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek tot schorsing, in
afwachting van de uitspraak van de beroepscommissie. Het is aan de beroepscommissie om de beslissing van de beklagcommissie inhoudelijk te beoordelen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de uitspraak van de beklagcommissie in afwachting van de uitspraak van de beroepscommissie.

Aldus gegeven door mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 25 maart 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven