Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0849/GA, 31 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:31-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/849/GA

betreft: [klager] datum: 31 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 23 april 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F.T.I.Oey, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 11 april 2002 van de beklagcommissie bij de locatie Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het feit dat een penitentiair inrichtingswerker (piw-er) klager wilde fouilleren bij terugkomst in de inrichting en de mededeling van die piw-er aan klager dat hij in de isoleercel zou worden geplaatst en
b. de door of namens de directeur genomen beslissing klager in de isoleercel te plaatsen.

De beklagcommissie heeft, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven, het beklag op onderdeel a. ongegrond verklaard en klager in onderdeel b. van zijn beklag niet-ontvankelijk verklaard.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Door of namens de directie is wel degelijk een beslissing genomen tot plaatsing van klager in de isoleercel.
Bij terugkomst in de gevangenis in de namiddag van 10 december 2001 is door de dienstdoende bewaker en een collega aan klager namelijk gezegd dat hij in de isoleercel moest worden geplaatst, omdat hij het terrein waar hij werkzaamwas zonder toestemming had verlaten. Hij had dit echter van te voren besproken en toestemming gekregen om naar het postkantoor te gaan.
Klager heeft ook van zijn werkgever gehoord dat die van klagers mentor het bericht kreeg dat klager in de isoleercel moest en daarom niet meer terug kon komen op de werkplaats. Ook hieruit blijkt dat er een beslissing tot plaatsingvan klager in de isoleercel is genomen.
Overigens wijst klager er op dat hij in juni 2001 een soortgelijke klacht bij de beklagcommissie heeft neergelegd, maar dat daarop nooit een beslissing is genomen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard.

Zij merkt overigens op dat het feit dat de beklagcommissie (nog) geen beslissing heeft genomen op een eerdere klacht van klager in deze beroepsprocedure niet ter beoordeling staat van de beroepscommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 31 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven