Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1770/GA, 18 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1770/GA

betreft: [klager] datum: 18 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een tweetal bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager, en van mr. M. de Reus, ingediend namens klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 mei 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers aanvraag voor familiebezoek.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht. Klagers raadsman, mr M. de Reus, heeft in het door hem ingediende beroepschrift aangegeven dat onderhavig beroep niet van verdere gronden zal worden
voorzien.

De directeur heeft aangegeven dat klager niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn beroep nu klager geen (aanvullende) gronden heeft aangevoerd en derhalve niet heeft voldaan aan de eis die wordt gesteld in artikel 69, eerste lid, van de Pbw.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 69 van de Pbw kan een gedetineerde door middel van een met redenen omkleed beroepschrift beroep instellen tegen de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie stelt in zijn algemeenheid geen strenge eisen aan de inhoud
van
het beroepschrift indien dit door een gedetineerde is ingediend.

Nu in dit geval het beroepschrift in het geheel geen gronden voor het beroep inhoudt en klagers raadsman ook geen nadere onderbouwing heeft ingediend ten aanzien van dit beroep, moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet voldoet aan de in de
daaraan in de wet gestelde eisen. Klager kan daarom niet worden ontvangen in zijn beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A. de Wit, voorzitter, mr. F.G. Bauduin en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 18 november 2013
B.A.
secretaris voorzitter

Naar boven