Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1039/GA, 30 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1039/GA

betreft: [klager] datum: 30 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de halfopen inrichting (h.o.i.) Bankenbosch te Veenhuizen,

gericht tegen een uitspraak d.d. 17 mei 2002 van de beklagcommissie bij voormelde h.o.i., gegeven op een klacht van[...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 juli 2002, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, is gehoord de heer[...], unit-directeur van de h.o.i. Bankenbosch.
Klager heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van de financiële afdeling om geld van klager over te maken naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (C.J.I.B.).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik blijf erbij dat de klacht niet ontvankelijk is. De datum ontbreekt op het klaagschrift. Het veld waarop de datum ingevuld kan worden is zelfs doorgestreept.
Inhoudelijk gezien het volgende. Klager verbleef in een h.o.i. en ging eenmaal per maand naar huis. Ik ben van mening dat van gedetineerden die in een meer open setting verblijven verwacht kan worden dat zij hun eigen zaken regelen.Klager had dus zelf voor betaling aan het C.J.I.B. zorg kunnen dragen. De inrichting regelt wel betalingen voor gedetineerden, maar alleen als sprake is van volledige machtiging. Het kost te veel inspanning en tijd om voor elkedeelbetaling een aparte machtiging te moeten vragen. Klager was hier teleurgesteld over. Hij wilde dat de financiële afdeling steeds een deelbetaling voor hem zou doen met telkens een aparte machtiging. Zoals gezegd, daar beginnenwe niet aan, dat kost te veel tijd. Het algemeen machtigen komt regelmatig voor, gedetineerden weten dan zeker dat betalingen worden gedaan en dat is een zorg minder.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt vooreerst dat het beroep van de directeur op de niet-ontvankelijkheid van het beklag geen doel treft. Het enkele ontbreken van de datum op het klaagschrift heeft niet de niet-ontvankelijkheid van hetbeklag tot gevolg. Voorts is duidelijk waar klager over klaagt.

Inhoudelijk is de beroepscommissie van oordeel dat, gelet op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen, de weigering van de financiële afdeling om telkens (incidenteel) geld van klager over te maken naar hetC.J.I.B. op de wijze als door klager verlangd, niet in strijd is met de wet en evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zalworden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven