Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0797/GA, 23 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/979/GA

betreft: [klager] datum: 23 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 29 april 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught te Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juni 2002, gehouden in de locatie Nieuw Vosseveld 2 te Vught, zijn gehoord klager en de heer[...], unit-directeur bij de locatie Nieuw Vosseveld 1 te Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een DVD-schijf uit de fouillering.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd door de politie gearresteerd en is vanuit het politiebureau te Eindhoven naar de p.i. Vught overgebracht. Bij die overbrenging was ook een aantal goederen, waaronder 22 Cd-schijfjes en een DVD-schijfje meegekomen. InVught kreeg klager de mogelijkheid om een aantal goederen uit te (laten) voeren. Toen bleek dat de DVD-schijf zich niet meer in de fouillering bevond. Klager wilde met name de DVD-schijf uitvoeren omdat het een gehuurde schijfbetrof. Voor die schijf is na de huurtermijn een boete berekend. De schijf was op naam van klagers moeder gehuurd en klager wilde voorkomen dat zijn moeder een hoge boete zou moeten betalen. Op het politiebureau zijn alle goederen,waaronder de DVD-schijf, in een plastic zak gedaan. Die zak is met klager vervoerd naar Vught. Klager had tijdens dat vervoer geen toegang tot die zak. Bij aankomst in Vught is een lijst gemaakt van de goederen die klager bij zichhad. Klager vroeg speciaal om de DVD-schijf op die lijst te vermelden. De badmeesters zeiden dat een CD een CD was en dat er slechts aantallen op de lijst werden vermeld. In het bad is toen de verzegeling van de goederenzakverbroken en zijn de goederen in een doos gedaan. Klager heeft gezien dat de DVD (inclusief verpakking) uit die doos stak. Klager mist overigens ook nog een aantal andere Cd's. Er bevinden zich in de fouillering nu nog maar 17 Cd'sin plaats van 22. De politie heeft bij het vervoer van klager gebruik gemaakt van een preciosa-zak. Ook is proces-verbaal opgemaakt van de goederen die vervoerd zijn. Die preciosa-zak is in het bad geopend. Klager was daarbij nietaanwezig. Toen klager de geopende zak zag, was de DVD echter nog aanwezig.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur heeft in het bad navraag gedaan. Volgens het bad bevonden zich in klagers fouillering 17 Cd's en geen DVD. Die zou ook niet aanwezig zijn geweest bij de visitatie van klager. Uit de administratie bij het bad blijkt ookniet dat er een DVD ingenomen zou zijn. De directeur kan geen verklaring geven voor het 'gat' tussen de mededeling van de politie (in het proces-verbaal) en de omstandigheid dat er in de inrichting geen DVD aangetroffen wordt.

3. De beoordeling
Blijkens het op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met nummer PL2203/02-002085, zijn de goederen van klager op 17 januari 2002 overgebracht naar de plaats van voorgeleiding, te weten 's-Hertogenbosch. Bij die goederenbevonden zich een DVD en 22 Cd's. Deze goederen zijn aldaar overgedragen aan de parketpolitie.
-Verzoeker is na zijn voorgeleiding met zijn goederen overgebracht naar de p.i. Vught te Vught voor de tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis.
Klager stelt dat hij bij aankomst aldaar de hem toebehorende goederen in het bad gezien heeft. Gelet op het eerdergenoemde proces-verbaal van politie, in samenhang bezien met klagers verklaring daaromtrent en de omstandigheid dat ervan de inkomende goederen in de inrichting kennelijk geen sluitende administratie wordt bijgehouden, is aannemelijk dat klager bij binnenkomst (onder meer) 22 Cd's en een DVD-schijf bij zich had (in de preciosazak). Blijkens deverklaring van klager en de directeur bevinden zich thans nog 17 Cd's in klagers fouillering. Er worden dus vijf Cd's en een DVD-schijf vermist. Deze moeten dus in de inrichting vermist zijn geraakt. Deze vermissing valt daarom dedirecteur aan te rekenen. Dit maakt dat de beslissing van de beklagrechter niet in stand kan blijven en dat het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.

Nu de gevolgen niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden moet aan klager terzake van het door hem ondervonden ongemak, het moeten missen van de DVD-schijf en de- Cd's, een tegemoetkoming van na te noemen hoogte worden toegekend.
De beroepscommissie merkt daarbij nog op dat de tegemoetkoming niet is bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. G. de Jonge en mr. U. van de Pol, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven