Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0886/GA, 25 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/886/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 1 mei 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 maart 2002 van de beklagcommissie bij de locatie Almere te Almere,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 juni 2002, gehouden in de locatie Zoetermeer te Zoetermeer, is de heer[...], unit-directeur bij de locatie Almere gehoord.
Namens klager is door zijn raadsman J.H.S. Vogel op 14 juni 2002 per fax verzocht om aanhouding van de zitting, daar klager wegens gezondheidsredenen niet in staat was ter zitting van de beroepscommissie te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het door de inrichting niet zorgdragen voor vervoer van klager naar het ziekenhuis, ten gevolge waarvan een afspraak van klager in het ziekenhuis niet door kon gaan en verzet moest worden naar een datum driemaanden later.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet nader toegelicht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager had op 27 december 2001 een afspraak in het ziekenhuis. Deze afspraak kon niet doorgaan omdat er, in verband met personele problemen, geen vervoer voor klager naar het ziekenhuis geregeld kon worden.
De volgende dag is in overleg met het ziekenhuis besloten om de afspraak te verzetten en is in overleg met de KNO-arts een nieuwe afspraak gemaakt voor maart 2002. De KNO-arts zei dat er geen sprake was van spoed.
Klager zou per taxi worden vervoerd. Het vervoer op zich vormde geen probleem, maar er was onvoldoende personeel om hem te vervoeren.
Daar kwam bij dat klager op de hoogte was van de tijdstip van het transport naar het ziekenhuis. Op de avond vóór het geplande transport bleek dat klager op de hoogte was van het feit dat hij de volgende dag naar het ziekenhuisvervoerd zou worden. Dit kwam doordat hij zelf gebeld had met de polikliniek.
Een dergelijke bekendheid heeft bij klager in het verleden problemen opgeleverd, omdat er familieleden van klager in het ziekenhuis aanwezig waren.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek om aanhouding af.

Met betrekking tot de inhoud van het beroep overweegt zij als volgt.
De directeur heeft aan klager en (later) ter zitting van de beklagcommissie kenbaar gemaakt dat klager niet vervoerd kon worden naar het ziekenhuis, omdat hiervoor geen vervoer en personeel beschikbaar was.
Ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur echter verklaard dat er wel vervoer mogelijk en beschikbaar was, doch dat de werkelijke reden om klager niet naar het ziekenhuis te vervoeren gelegen was in het feit dat klagerervan op de hoogte was dat hij de volgende dag naar het ziekenhuis vervoerd zou worden en dat men het risico wilde vermijden dat familieleden van klager het bezoek aan het ziekenhuis zouden bemoeilijken.
Het verhullen van de werkelijke reden voor het verzetten van de afspraak met het ziekenhuis acht de beroepscommissie zodanig onzorgvuldig dat het beklag gegrond zal worden verklaard.
Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 25 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven