Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1700/GB, 6 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:06-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1700/GB

Betreft: [klager] datum: 6 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.P.C.M. van Es, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 mei 2013 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) van het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 februari 2013 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn. Op 15 maart 2013 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van het Detentiecentrum Alphen aan den
Rijn.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager bevindt zich in voorlopige hechtenis. Blijkens de toelichting bij artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) maakt de plaatsing in het detentiecentrum deel uit van de maatregelen om de
terugkeer naar het land van herkomst te bevorderen. In casu heeft het land van herkomst, Peru, echter herhaaldelijk aangegeven niet te zullen meewerken aan de terugkeer van klager, omdat klager geen onderdaan zou zijn. Klager verblijft reeds lange tijd
in Nederland en hij kan feitelijk niet worden uitgezet. De plaatsing van klager in een detentiecentrum dient, nu klager niet uitgezet kan worden, geen redelijk doel. Uit de bestreden beslissing blijkt dat klager op een zorgafdeling geplaatst dient te
worden. Klager heeft in het h.v.b. van de p.i. Alphen aan den Rijn ook op een zorgafdeling verbleven vanwege zijn psychische problematiek. Klager meent derhalve dat hij teruggeplaatst dient te worden naar het h.v.b. van de p.i. Alphen aan den Rijn. Het
is van belang dat klager verblijft op een afdeling waar, behoudens luchtmomenten en sport, geen activiteiten zijn. Een verblijf in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn is belastend voor klager. Ingevolge artikel 20b, derde lid, van de Regeling kan
worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20b, eerste lid, van de Regeling indien sprake is van bijzondere omstandigheden die ertoe nopen klager in een andere inrichting te plaatsen. Klager verzoekt om een tegemoetkoming voor zover de gevolgen van
de
bestreden beslissing niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden. Klager is bereid het beroep nader mondeling toe te lichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst naar het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn omdat is vastgesteld dat hij na deze detentie geen rechtmatig verblijf in Nederland meer heeft. Het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn is aangewezen als inrichting voor
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen die in voorlopige hechtenis verblijven.

4. De beoordeling
4.1. Klager is bereid het beroep nader mondeling toe te lichten. Nu onvoldoende gemotiveerd is waarom klager zijn beroep mondeling wil toelichten en de beroepscommissie zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen, wijst de
beroepscommissie het verzoek af.

4.2. Ingevolge het gewijzigde artikel 20b, eerste lid, van de Regeling (Stcr. 27 februari 2013, nr. 5022) worden vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 en ten aanzien
van wie voorlopige hechtenis ingevolge een bevel tot gevangenneming of gevangenhouding, een vrijheidsstraf of een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ten uitvoer wordt gelegd in een inrichting of een afdeling voor
strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen geplaatst. In de toelichting op dit artikel staat dat voorlopig gehechte vreemdelingen na het afgeven van een bevel tot gevangenneming of gevangenhouding in beginsel in een inrichting voor strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen worden geplaatst. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden zou derhalve een uitzondering op dit plaatsingsbeleid kunnen worden gemaakt.

4.3. Uit de stukken blijkt dat klager geen rechtsgeldige verblijfstitel in Nederland heeft en derhalve kan hij als vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 worden aangemerkt.

4.4. Klager was ten tijde van de bestreden beslissing preventief gehecht en ten aanzien van hem was een bevel tot gevangenhouding afgegeven. Klager voldeed derhalve aan de criteria voor plaatsing in een inrichting of afdeling voor strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen. Klager is op 26 juni 2013 in eerste aanleg veroordeeld tot een vrijheidsstraf. Hij voldoet derhalve nog steeds aan de criteria voor plaatsing in een inrichting of afdeling voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen.
Klager heeft geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan een uitzondering op het onder 4.2 beschreven plaatsingsbeleid zou moeten worden gemaakt. De stelling dat klager niet uitgezet kan worden naar Peru, omdat hij geen onderdaan zou zijn, is niet
feitelijk onderbouwd en de beroepscommissie acht het onvoldoende aannemelijk geworden dat een verblijf in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn belastend voor klager is. Bovendien blijkt uit de stukken dat klager op de luwteafdeling van het
Detentiecentrum Alphen aan den Rijn is geplaatst. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 6 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven