Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1976/GA, 1 augustus 2013, beroep
Uitspraakdatum:01-08-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/1976/GA

betreft: [klager] datum: 1 augustus 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. C.M. Bast, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 mei 2013 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. C.M. Bast, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van de directeur van 4 februari 2013 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er bestaat geen vluchtgevaar van klager, want zijn paspoort is vermist. Daarnaast had de directeur een eigen belangenafweging moeten maken en niet
kunnen volstaan met een herhaling van het advies van het Openbaar Ministerie (OM). Verwezen wordt naar de uitspraak van de beroepscommissie met kenmerk 12/3889/GV.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft hij aangevoerd dat klager over twee nationaliteiten beschikt en dat de omstandigheid dat hij zijn Nederlandse paspoort niet meer in bezit heeft, niet uitsluit dat hij
kan reizen op zijn Marokkaanse paspoort. De directeur heeft wel een eigen belangenafweging gemaakt. Alle adviezen zijn opgevraagd en zijn afgewogen in het Multi Disciplinair Overleg (MDO) en de Vrijhedencommissie (VC). Er is een weloverwogen beslissing
genomen waarin de directeur het volledig eens is met het advies van het OM.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. In aanvulling op deze beslissing overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de inlichtingen van de
Officier van Justitie alsmede de bestreden beslissing van de directeur maakt de beroepscommissie op dat het door klager gepleegde delict, waarvoor hij thans is gedetineerd, nog immer voortduurt nu de vier minderjarige kinderen, die door klager zijn
onttrokken aan het ouderlijk gezag en zijn meegenomen naar Marokko, nog niet terug zijn bij de moeder. Tevens acht de beroepscommissie van belang dat het delict gepleegd wordt in Marokko en klager in het bezit is van een Marokkaans paspoort. Deze
omstandigheden kunnen in redelijkheid het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat klager tijdens verlof zal proberen zich aan de detentie te onttrekken door naar Marokko uit te wijken. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak
van
de beklagcommissie zal met aanvulling van de gronden worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem – Broos en mr. Th. E. M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Nauta, secretaris, op 1 augustus 2013

secretaris voorzitter

Naar boven