Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0694/GA, 25 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/694/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 maart 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 maart 2002 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer te Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 juni 2002, gehouden in voormelde locatie, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.C. Kwakkelstein-Doornbos, en de heer[...], unit-directeur bij deze locatie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens op klagers cel aangetroffen contrabande, bestaande uit medicijnen, popnagels en een half opgerookte joint.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt overeenkomstig de overgelegde pleitnotitie als volgt toegelicht.
Met betrekking tot de opgelegde disciplinaire straf van twee dagen opsluiting, waarvan het beklag ongegrond is verklaard, wordt het volgende aangevoerd.
Op 21 januari 2002 heeft er omstreeks 12.20 uur een celinspectie van klagers cel plaatsgevonden waarbij contrabande zou zijn aangetroffen. Aan klager werd rapport aangezegd, maar pas meer dan 24 uur later, namelijk op 22 januari2002 om 14.10 uur is hem de disciplinaire straf opgelegd. Een strafoplegging dient echter zo snel mogelijk na de aanzegging van een rapport, en in elk geval binnen 24 uur, te geschieden. Gelet op het tijdstip waarop de celinspectieheeft plaatsgevonden is er geen gegronde reden om van deze termijn af te wijken.
Bovendien is de afzondering niet op 24 januari 2002 om 14.10 uur, maar pas op 25 januari 2002 geëindigd. Die middag vond het incident met de radio plaats waarvoor hij vijftien uur afzondering en aansluitend vier dagenafzonderingscel kreeg.
Op klagers cel zijn popnagels gevonden en vijf tabletten. De popnagels had klager nog uit de vorige inrichting in zijn zak, want hij werkte daar toen mee. Vier van de gevonden tabletten waren vitaminepillen en deze had klager in deinrichtingswinkel gekocht. Één tablet had klager van de medische dienst gekregen en deze had hij terug moeten geven aan de medische dienst, maar hij was hiertoe nog niet in de gelegenheid geweest. De zogenaamde halve joint was geenjoint. Klager draait zijn shag altijd met een filter en daaruit heeft de directie afgeleid dat het een joint was, maar dat was niet het geval.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Twee dagen opsluiting op eigen cel is een redelijke straf voor de aangetroffen contrabande. Popnagels worden in de inrichting op de arbeid ook gebruikt. Met betrekking tot klagers verweer dat de aangetroffen joint gewone shag betrofwordt opgemerkt dat klager weet dat als hij shag draait op dezelfde manier als een joint de verdenking van drugsgebruik ontstaat. Bovendien is klager, omdat het niet echt duidelijk was of het nu wel of geen joint was, alleenbestraft wegens de opgespaarde medicijnen. Daarom is er ook geen urinecontrole afgenomen.
Hij heeft niet langer dan twee dagen gezeten. Hier wordt scherp op gelet.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd met betrekking tot het beroep betreffende de disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens op klagers cel aangetroffen contrabande kan naar hetoordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Daarbij wordt overwogen dat niet aannemelijk is geworden dat klager langer dan twee dagen in opsluiting heeft verbleven en dat zijvan oordeel is dat het tijdsverloop tussen de aanzegging van het verslag en de oplegging van de disciplinaire straf niet te groot is geweest. Bovendien is van belang dat uit het opgemaakte schriftelijke verslag blijkt dat deuitgevoerde celinspectie plaatsvond mede naar aanleiding van een door een personeelslid in klagers cel waargenomen "blowlucht".
De beroepscommissie zal het beroep op dit onderdeel ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 25 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven