Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0589/GA, 11 juli 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/589/GA

betreft: [klager] datum: 11 juli 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 11 maart 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 27 februari 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de voormelde gevangenis in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het stelselmatig visiteren na afloop van het bezoek.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager ervaart het visiteren als een steeds wederkerende vernedering. Hij wordt nu over één kam geschoren met drugsgebruikers, terwijlhijzelf nog nooit drugs heeft gebruikt. Het stelselmatig visiteren zou gebeuren in het kader van het drugsontmoedigingsbeleid dat door de inrichting wordt gevoerd. Naast de vernedering die klager moet ondergaan, kost hem dit twintigtot dertig minuten van zijn tijd voor recreatie. In andere inrichtingen wordt steekproefsgewijs gevisiteerd. Klager ziet niet in waarom er in de locatie Zuyderbos niet ook steekproefsgewijs zou kunnen worden gevisiteerd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 60, eerste lid, Pbw kan een gedetineerde beklag instellen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. De beroepcommissie overweegt dat nu klagers beklag gericht istegen een algemeen in de inrichting geldende regel en niet tegen de specifieke toepassing ervan in zijn geval, de beklagcommissie klager op goede gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag. Het beroep zal derhalveongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 11 juli 2002

secretaris voorzitter

Naar boven