Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/0582/GA, 13/0707/GA en 13/709/GA, 14 mei 2013, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 13/582/GA, 13/707/GA en 13/709/GA

betreft: [klager] datum: 14 mei 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. C.J. Hes, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de uitspraken van 13 februari 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. C.J. Hes om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. het negatieve advies van de directeur ten aanzien van de fasering naar een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) (kenmerk 13/582/GA);
b. de persoonlijke verzorging, de verstrekking van lectuur en het klager niet in de gelegenheid stellen om zijn strafcel schoon te maken (kenmerk 13/707/GA);
c. de verstrekking van vers brood (kenmerk 13/709/GA).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder a. en het beklag als vermeld onder b. en c. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De wijze waarop de beslissing tot stand is gekomen, is in strijd met de Pbw en artikel 3:4, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb). De raadsvrouw verzoekt om de proceskosten op grond van artikel 7:15 van de Awb te vergoeden en wenst het beroep tijdens een hoorzitting toe te lichten.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Klagers raadsvrouw heeft aangegeven een toelichting ter zitting te willen geven. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu dit verzoek niet is onderbouwd en zij zich op grond van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

Door de raadsvrouw is verwezen naar de artikelen 3:4 en 7:15 van de Awb. Artikel 1:6 Awb luidt, voor zover van belang, als volgt: De hoofdstukken 2 tot en met 8 en 10 van deze wet zijn niet van toepassing op: a. de opsporing en vervolging van strafbare
feiten, alsmede de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen; b. de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende maatregelen op grond van de Vreemdelingenwet 2000; c. de tenuitvoerlegging van andere vrijheidsbenemende maatregelen in een
inrichting
die in hoofdzaak bestemd is voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen; (...). Gelet hierop zijn de door raadsvrouw genoemde bepalingen niet van toepassing. Ook het verzoek om vergoeding van proceskosten wordt derhalve afgewezen.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepen zullen derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van K. Dere, secretaris, op 14 mei 2013

secretaris voorzitter

Naar boven