Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/1072/SGA, 5 april 2013, schorsing
Uitspraakdatum:05-04-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 13/1072/SGA

Betreft: [klager] datum: 5 april 2013

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 3 april 2013, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van
plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, ingaande op 3 april 2013 om 15.15 uur en eindigend op 17 april 2013 om 15.15 uur.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 4 april 2013 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 april 2013.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
De raadsman van verzoeker heeft aangegeven dat de bestreden beslissing niet nader is onderbouwd, zodat verzoeker zich niet kan verweren tegen die maatregel.

Uit het door de directeur bij zijn reactie meegezonden afschrift van de mededeling van oplegging van de onderhavige ordemaatregel blijkt dat in die mededeling geen gronden staan vermeld voor de oplegging van een ordemaatregel. Op grond van artikel 58,
eerste lid, van de Pbw, dient die hiervoor genoemde mededeling (onder meer) de gronden te vermelden waarop de bestreden beslissing is genomen. Nu geen gronden zijn vermeld en het doel van het bepaalde in de artikelen 57 en 58 van de Pbw onder meer is
de
gedetineerde in de gelegenheid te stellen zich te verweren tegen hetgeen hem wordt verweten, is de bestreden beslissing genomen in strijd met de wet. Het verzoek komt daarom voor toewijzing in aanmerking.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 april 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven