Onderwerp: Bezoek-historie

Voorschot op het ouderdomspensioen (SB1278)
Geldigheid:15-01-2015 t/m 06-09-2016Versie:vergelijk
Vergelijk versie 2 met:
Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

In de jaren 2013, 2014 en 2015 stijgt de pensioengerechtigde leeftijd jaarlijks met een maand waardoor deze leeftijd in 2015 op 65 jaar en drie maanden ligt. Om de periode tussen 65 jaar en de verhoogde pensioengerechtigde leeftijd te overbruggen, kunnen personen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken in 2013, 2014 of 2015 een voorschot aanvragen op hun ouderdomspensioen. Artikel 22, derde lid AOW bepaalt dat het bedrag van het voorschot over een maand, dan wel van de voorschotten over twee en drie maanden wordt verrekend met het ouderdomspensioen over respectievelijk de eerste zes volledige kalendermaanden, de eerste twaalf volledige kalendermaanden en de eerste achttien volledige kalendermaanden na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Op grond van artikel 22, eerste lid AOW heeft het voorschot het karakter van een renteloze lening. In afwijking van artikel 21 AOW merkt de SVB het voorschot daarom niet aan als ouderdomspensioen.

Grondslag

De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.

artikel 22 AOW

Besluit beleidsregels SVB 2014

Wet- en regelgeving

Naar boven