Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3237/GB, 20 februari 2013, beroep
Uitspraakdatum:20-02-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3237/GB

Betreft: [klager] datum: 20 februari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 23 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid, onder a van de Regeling selectie, plaatsing en
overplaatsing van gedetineerden. Op 24 september 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is op 25 mei 2012 in de gevangenis van de p.i. Ter Apel geplaatst. Hij is daartegen in bezwaar en beroep gegaan en het beroep is op 31 augustus 2012 gegrond verklaard. Klager heeft de selectiefunctionaris vervolgens verzocht hem over te plaatsen
naar de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam, omdat zijn gezin in Schiedam woont. Klagers gezin kan klager gemakkelijker bezoeken als hij in de locatie De Schie verblijft, omdat de reistijd van Schiedam naar de locatie De Schie korter is dan
de reistijd naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Klager heeft dit aangegeven in zijn bezwaarschrift, maar de selectiefunctionaris is hier niet op ingegaan.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is ongewenst vreemdeling en na zijn detentie zal hij Nederland moeten verlaten. Klager was derhalve in de p.i. Ter Apel geplaatst. Hiertegen is klager in bezwaar en beroep gegaan en het beroep is gegrond verklaard. Op 19 september 2012 heeft de
selectiefunctionaris klager geselecteerd voor overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Bij deze selectiebeslissing is rekening gehouden met de in klagers geval geldende bijzondere omstandigheden. De selectiefunctionaris heeft klager, gelet op
de wachtlijsten, geselecteerd voor de p.i. Krimpen aan den IJssel, zodat klager niet langer in een inrichting in het noorden van het land hoefde te verblijven.
De selectiefunctionaris is van mening dat hij met de plaatsing van klager in een inrichting in de regio Rotterdam voldoende gevolg heeft gegeven aan de gegrondverklaring van klagers beroep. De reistijd voor klagers bezoek is niet buitenproportioneel.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie heeft een eerder door klager ingediend beroep tegen zijn plaatsing in de p.i. Ter Apel gegrond verklaard en zij heeft de selectiefunctionaris opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen. De selectiefunctionaris heeft klager
vervolgens overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel. Uit de informatie van de selectiefunctionaris blijkt dat hij bij deze selectiebeslissing rekening heeft gehouden met de wachtlijsten voor plaatsing in een inrichting in de regio Rotterdam.
Klager is tegen deze beslissing in beroep gegaan, omdat hij, vanwege de reisafstand voor zijn bezoek, overgeplaatst wilde worden naar de gevangenis van de locatie De Schie. Bezoekproblemen zijn echter inherent aan het ondergaan van de detentie en zij
vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekproblemen kan niet als een dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande
uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 20 februari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven