Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3775/GB, 24 januari 2013, beroep
Uitspraakdatum:24-01-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/3775/GB

Betreft: [klager] datum: 24 januari 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie De Schie te Rotterdam ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 februari 2012 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring
van de locatie Noordsingel te Rotterdam. Op 17 september 2012 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie De Schie.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft de bestreden beslissing pas op 29 november 2012 ontvangen. De selectiefunctionaris is niet ingegaan op het feit dat klager een vast woonadres heeft en altijd gewerkt heeft. Hij is acht
jaar geleden voor het laatst gedetineerd geweest. Klager gebruikt geen drugs en drinkt bijna nooit. De boetes liggen onder de € 500,=. Er is geen sprake van een gedragsstoornis. De selectiefunctionaris heeft het advies van de reclassering ten onrechte
gevolgd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het advies om klager te plaatsen in een gesloten inrichting is genomen op grond van de met hem opgedane ervaringen en de verstrekte informatie van de reclassering. De
inrichting geeft aan dat klager de laatste tijd matig functioneert. Hij is af en toe negatief in beeld, reageert soms verbaal agressief en heeft veel sturing en structuur nodig. Een plaatsing in een open inrichting werd niet verantwoord geacht. Klager
heeft een ruim justitieverleden achter de rug met meerdere geweldsdelicten. Hiervoor heeft hij meerdere straffen opgelegd gekregen, maar deze hebben niet geleid tot een vermindering van de recidive. Hij scoort bij de RISC dan ook hoog. Klager heeft
geen
zelfinzicht en neemt geen verantwoording voor zijn daden. Het voorgestelde verdiepingsonderzoek is van belang. Slechts interventies kunnen leiden tot recidivevermindering en zolang dit niet gebeurt, blijft klager een man die terug te zien is binnen de
gevangenismuren.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft op 4 december 2012 beroep ingesteld tegen bovengenoemde beslissing van de selectiefunctionaris van 10 oktober 2012. Nu klager onweersproken heeft gesteld dat hij die beslissing pas op 29 november 2012 heeft ontvangen, zal de
beroepscommissie klager ontvankelijk verklaren in zijn beroep.

4.2. Klager wil worden geplaatst in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting
in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen het gedrag van
klager in de inrichting (zoals dat blijkt uit het selectieadvies van de inrichting) en het in het kader van TR ingeschatte hoge recidiverisico van klager. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 24 januari 2013

secretaris voorzitter

Naar boven