Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3062/GA, 21 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:21-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3062/GA

betreft: [klager] datum: 21 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 24 september 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis te Loenen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster alsmede haar raadsvrouw, mr. H.M.S. Cremers, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klaagsters verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Namens klaagster is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft ten onrechte beslist dat verlof moet worden afgewezen wegens recidiverisico. Klaagster is weliswaar eerder veroordeeld
voor
een soortgelijk feit, maar dit feit dateert van 1998. Van maatschappelijke onaanvaardbaarheid is geen sprake. Tevens is er geen sprake van openstaande rechtbankzaken, nu klaagsters dagvaarding op 17 oktober 2012 is ingetrokken. Klaagster verzoekt om
compensatie voor de verloven die zij ten onrechte niet heeft mogen ondergaan, bij voorkeur middels toekenning van extra verlof.

De directeur heeft gepersisteerd bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Uit de beslissing van de directeur van 27 juli 2012 blijkt dat het verzoek om verlof is afgewezen wegens de ernst van het delict, de hieruit voortvloeiende maatschappelijke onrust en het feit dat de reclassering geen inschatting kan maken van het
recidiverisico. De beroepscommissie stelt voorop dat de ernst van het delict waarvoor klaagster is veroordeeld geen zelfstandige grond kan opleveren voor een afwijzing van het verzoek om algemeen verlof. Dat er sprake is van risico op maatschappelijke
onrust bij verlofverlening is niet met stukken onderbouwd. Het feit dat het recidiverisico niet kan worden ingeschat wegens klaagsters ontkennende houding kan haar naar het oordeel van de beroepscommissie niet worden tegengeworpen. Het niet kunnen
inschatten van het recidiverisico betekent evenmin dat er sprake is van een gevaar voor het plegen van strafbare feiten. Daarnaast is het bestaan van een hoog recidiverisico onvoldoende aannemelijk geworden, nu in beroep geen stukken zijn overgelegd
waaruit dit blijkt. Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de afwijzende beslissing van de directeur, die gezien het hiervoor overwogene onvoldoende feitelijk onderbouwd is, moet worden aangemerkt als onredelijk en onbillijk.
Het beroep zal gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Uit inlichtingen is gebleken dat klaagsters detentie voor onbepaalde tijd is geschorst tot de
eerstvolgende inhoudelijke behandeling van haar strafzaak. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing op dit moment niet meer ongedaan zijn te maken, komt klaagster een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op

50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klaagster een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van L.J.M. Klop, secretaris, op 21 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven