Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0643/GA, 20 juni 2002, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/643/GA

betreft: [klager] datum: 20 juni 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 20 maart 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 1 maart 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Groot Bankenbosch te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 mei 2002, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle, is klager gehoord.
De directeur van het h.v.b. Groot Bankenbosch is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een joggingpak en een tv na verzending van klagers spullen van het h.v.b. Groot Bankenbosch naar de locatie Zoetermeer. Dit gebeurde nadat klager was gearresteerd na een periode van anderhalfjaar vanuit het h.v.b. Groot Bankenbosch ontvlucht te zijn geweest.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij heeft één volledig joggingpak in de kleuren blauw/rood niet ontvangen bij de spullen die hem zijn nagezonden. Hij had dit joggingpak naast twee andere trainingsbroeken.
Toen hij zijn spullen kreeg, had men haast en moest hij direct het formulier ondertekenen. Echter, toen hij zijn spullen later nakeek, bleek dat er een joggingpak en een tv kwijt was.
Het betrof een trainingspak van het merk Nike van ongeveer twee jaar oud ter waarde van ongeveer € 270,=. Hij vindt de tv niet zo belangrijk, die laat hij zitten. Hij trekt zijn beroep ter zake de tv in.
Op de verzendlijst staat één trainingsbroek meer vermeld dan op de ontvangstlijst. Bovendien staan op de ontvangstlijst geen trainingsjassen, terwijl er op de verzendlijst twee staan.
Klager heeft de nota van de aankoop van zijn trainingsbroek niet meer.
Hij is anderhalf jaar ontvlucht geweest toen hij niet was teruggekeerd in het h.v.b. Groot Bankenbosch van een schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Hij is na anderhalf jaar gearresteerd en in Vught geplaatst. Daarna is hij naarZoetermeer gegaan. Zijn spullen schijnen in de tussentijd opgeslagen te zijn geweest in een depot. Toen hij om zijn spullen vroeg duurde het nog enkele maanden voor hij ze kreeg.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager is gedurende anderhalf jaar ontvlucht geweest vanuit het h.v.b. Groot Bankenbosch. Zijn spullen zijn in die periode opgeslagen. Anderhalf jaar later, toen hij gearresteerd werd en daardoor weer opnieuw in detentie kwam, zijnzijn spullen door het h.v.b. Groot Bankenbosch nagezonden aan de locatie Zoetermeer waar klager verbleef.

De beroepscommissie is niet gebleken dat de ontvangende inrichting getekend heeft voor ontvangst van de spullen. Dit betekent dat de verzendende inrichting (het h.v.b. Groot Bankenbosch) verantwoordelijk is voor de vermissing vanklagers trainingspak.
In de Regeling afhandeling schadegevallen d.d. 13 augustus 1993, nr. 383893/93/DJI en de daarop aanvullende brief d.d. 20 december 1996, nr. 586080/96/DJI is namelijk bepaald de verzendende inrichting aansprakelijk is voor devracht. Eerst na tekenen voor ontvangst door de ontvangende inrichting gaat de verantwoordelijkheid over op de ontvangende inrichting, maar hiervan is in het onderhavige geval niet gebleken. Het beroep zal op dit onderdeel dan ookgegrond worden verklaard.
Aan klager zal echter, gelet op de omstandigheden van het geval – te weten dat zijn spullen ten gevolge van zijn ontvluchting nagezonden moesten worden, dat hij gedurende anderhalf jaar ontvlucht is geweest en dat hij gearresteerdmoest worden – geen tegemoetkoming worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep betreffende de vermissing van het joggingpak gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Vodegel, secretaris, op 20 juni 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven