Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0327/GA, 11 juni 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-06-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/327/GA

betreft: [klager] datum: 11 juni 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 8 februari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.Uysal, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 februari 2002 van de beklagcommissie bij unit 1 te Dordrecht,alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 mei 2002, gehouden in de p.i. Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur van unit 1 te Dordrecht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verlofaanvraag.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager vraagt aanhouding van de beroepszaak om hem en zijn raadsman alsnog in de gelegenheid te stellen om kennis te kunnen nemen van het proces-verbaal van de politie.
Volgens klager is er geen reden om te vrezen voor recidive. Klagers moeder is heel ziek. Hij wil haar graag bezoeken. In die zestig uur verlof is het zeer onwaarschijnlijk dat hij toevallig zijn slachtoffer zal tegenkomen, daar hijalleen bij zijn moeder wil zijn.
Klager wil niet geboeid zijn moeder bezoeken. Dit vindt hij te dramatisch.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is een recidivist ten aanzien van seksuele delicten. Onlangs heeft hij een contactadvertentie gezet in een jongerenblad, waarin hij zich heeft voorgedaan als een jongen van zeventien jaar. Verder heeft het openbaar ministerieen de politie negatief geadviseerd ten aanzien van het verlof.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht het niet noodzakelijk om het proces-verbaal van de politie aan de stukken toe te voegen. Het verzoek om aanhouding wordt daarom afgewezen.
De beroepscommissie overweegt dat de directeur de afwijzing van klagers verlofaanvraag heeft gebaseerd op het negatieve advies van de politie en het openbaar ministerie en het feit dat klager net voor zijn verlofaanvraag eencontactadvertentie in een jongerenblad heeft geplaatst. Op grond van deze feiten is er onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van het verlof. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing om de verlofaanvraag af te wijzenonder die omstandigheden niet in strijd is met een wettelijk voorschrift en evenmin onredelijk of onbillijk kan worden geacht. Het beroep treft derhalve geen doel.
Ten overvloede merkt zij nog op dat klager een verzoek kan doen om onder begeleiding zijn moeder te bezoeken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schoone, secretaris, op 11 juni 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven