Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2543/GV, 14 september 2012, beroep
Uitspraakdatum:14-09-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2543/GV

betreft: [klager] datum: 14 september 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. M. Berbee, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 augustus 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M. Berbee om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft meermalen verlof aangevraagd en dit wordt stelselmatig afgewezen op basis van een oud advies van het Openbaar Ministerie (OM) van medio eind 2011. Eind 2011 heeft klager zich reeds in het
h.v.b. Zwaag aangemeld voor interventies. Pas medio juni 2012, toen klager al in de locatie Zuyder Bos verbleef, is een aanvang gemaakt met de interventies. Dit had te maken met een capaciteitsprobleem binnen de inrichting. Deze omstandigheid dient
niet
aan klager te worden tegengeworpen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft tijdens toezicht van de reclassering wederom een delict gepleegd. Er zijn meerdere interventies voortgekomen uit de Risc die zeker eerst voor een deel doorlopen moeten worden voordat vrijheden worden verleend.
De stelling dat het verzoek is afgewezen op een oud OM-advies van eind 2011 is onjuist. Klager is eind 2011 aangemeld bij coördinatie bureau terugdringen recidive. Hij heeft het deelnameformulier op 11 november 2011 getekend. Na ondertekening wordt de
procedure, zoals het aanmelden bij de reclassering en voor een Risc-onderzoek, opgestart. Dit had niet eerder plaatsgevonden, omdat klager in eerste instantie weigerde om mee te werken aan een voorlichtingsrapport en zich beroept op zijn zwijgrecht. De
gang van zaken is als volgt geweest: opdracht verstrekking reclasseringsadvies: 2 februari 2012, realisatiedatum : 23 maart 2012 en definitief: 7 juni 2012.
Inmiddels heeft klager de eerste training, COVA, bijna positief afgesloten. De volgende geïndiceerde interventies Arva-training en agressietraining moeten nog plaatsvinden. Laatst genoemde training is met name noodzakelijk in verband met het zeer
ernstige agressieve delict waarvoor klager tweemaal veroordeeld. Voorts blijkt uit zijn justitiële documentatie dat klager meerdere malen is veroordeeld voor geweldsdelicten. Hij gaf weinig openheid over zijn leefomstandigheden. Er was twijfel over
klagers motivatie ten aanzien van gedragsinterventies. Klager is begin juni 2012 begonnen met de gedragsinterventies. De verstreken termijn is niet buitengewoon lang en niet te wijten aan capaciteitsproblemen. Landelijk is een half jaar termijn tussen
aanmelding TR en afronding middels een re-integratieplan gebruikelijk. Het had eerder gekund, indien klager had meegewerkt aan het voorlichtingsrapport.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag nu klager in de inrichting naar behoren functioneert.
Het OM heeft d.d. 12 december 2011 negatief geadviseerd ten aanzien van vrijheden in verband met risico voor ongewenste confrontatie met het slachtoffer en gevaar voor ernstige verstoring openbare orde of het plegen van strafbare feiten.
De politie heeft geen bezwaar tegen het verlofadres.
De reclassering heeft negatief geadviseerd met betrekking tot het verlofadres voor wat betreft klagers verblijf tijdens een penitentiair programma/elektronisch toezicht op dit adres maar heeft zich niet uitgesproken over de geschiktheid van het
verlofadres voor het doorbrengen van algemeen verlof.
Uit het advies vrijheden van de locatie Zuyder Bos volgt dat klagers vriendin schriftelijk heeft laten weten dat klager welkom is om zijn algemeen verlof door te brengen op het verlofadres.

3. De beoordeling
Klager heeft beroep in cassatie aangetekend tegen een veroordeling wegens een poging tot doodslag.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers verlofaanvraag.

De Staatssecretaris heeft klagers verlofaanvraag afgewezen in verband met het plegen van het onderhavige delict tijdens een proeftijd, het negatieve advies van het OM en de noodzaak dat klager eerst een deel van de interventies doorloopt die zijn
voortgekomen uit de Risc.
De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken volgt dat de bedoelde proeftijd aan klager is opgelegd in verband met het opzettelijk handelen in strijd met een in de Opiumwet gegeven verbod en niet ter zake van een soortgelijk delict waarvoor klager
thans (preventief) is gehecht.
Voorts blijkt uit de door de selectiefunctionaris verstrekte informatie dat klager gestart is met de interventies en wordt in de stukken enkel verwezen naar het advies van het OM van 12 december 2011, waarin geen rekening wordt gehouden met klagers
voortschrijdende detentie.
Bij de stukken is geen recent(er) advies van het OM aangetroffen.
De inrichting heeft, gelet op klagers gedrag, positief geadviseerd ter zake van verlofverlening en het verlofadres is door de politie akkoord bevonden. Klagers vriendin heeft aangegeven dat hij welkom is op het verlofadres.

Gelet op het bovenstaande kan de beroepscommissie niet tot het oordeel komen dat de bestreden beslissing op goede gronden rust. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren en de beslissing van de Staatssecretaris vernietigen en opdragen om binnen een
termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen. Zij ziet geen reden om klager ter zake een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 september 2012

secretaris voorzitter

Naar boven