Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1867/GB, 16 augustus 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1867/GB

Betreft: [klager] datum: 16 augustus 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 juni 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 1 februari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie Zoetermeer. Op 1 mei 2012 is hij overgeplaatst naar de locatie Zuid te Arnhem, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is het niet eens met de beslissing aangezien hij in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) wil worden geplaatst. Klager ziet niet in op basis waarvan nu is besloten dat hij niet in
aanmerking komt voor plaatsing in een b.b.i. Klager voldoet aan de vereisten die worden genoemd in artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling). Ook uit de bestreden beslissing blijkt niet dat klager
niet aan de in dat artikel genoemde vereisten voldoet. Uit het selectieadvies volgt dat klager naar het oordeel van de inrichting veel vragen stelt over onbelangrijke zaken, hij constant de aandacht opeist en als manipulatief wordt ervaren. Klager
vindt
hetgeen in het selectieadvies is vermeld, onvoldoende om te kunnen oordelen dat hij een meer dan beperkt maatschappelijk risico vormt. Bovendien wordt in het selectieadvies aangegeven dat sprake is van een normaal risicoprofiel. De einddatum van
klagers
detentie nadert en plaatsing in een inrichting met regimaire vrijheden is dan ook in het belang van klagers voorbereiding op zijn terugkeer in de maatschappij. Klager heeft incidenteel verlof gehad en dat is zonder problemen verlopen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager wordt in het selectieadvies omschreven als iemand die manipulatief gedrag vertoont. Klager is een fantast en vertelt onder andere dat hij bij de commando’s heeft
gezeten, dat hij veel geld heeft en dat hij de loterij heeft gewonnen. Verder staat in het selectieadvies dat klager een stempel drukt op de dagelijkse gang van zaken op de afdeling en dat hij schulden maakt bij medegedetineerden. Klager is snel
gepikeerd als hij hierop wordt aangesproken. Als hij geen uitweg meer ziet, reageert hij met een grapje. De regels van de inrichting probeert klager steeds te verleggen. Klager is hiervoor gestraft met vijf dagen strafcel. Mede omdat hij ook het
personeel betrekt in zijn verhalen. Gelet op het voorgaande komt klager volgens de selectiefunctionaris dan ook niet in aanmerking voor plaatsing in een inrichting met regimair verlof. Binnen een dergelijke inrichting wordt namelijk van gedetineerden
een bepaalde mate van zelfstandigheid verwacht. Er bestaat derhalve onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van vrijheden, aangezien klager zijn gedrag van buiten de inrichting voortzet tijdens detentie. Daarnaast ontbreekt er een positief advies
van
de politie, een positief advies van de Advocaat-Generaal, een aanvaardbaar verlofadres en een reclasseringsadvies.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuid te Arnhem is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal
achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat klager, gelet op de over zijn gedrag en\of persoonlijkheid verstrekte gegevens, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.
Bovendien beschikt klager niet over een aanvaardbaar verlofadres, hetgeen ingevolge artikel 3 van de Regeling een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor plaatsing in een b.b.i. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 16 augustus 2012

secretaris voorzitter

Naar boven