Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0297/GB, 23 mei 2012, beroep
Uitspraakdatum:23-05-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/297/GB

Betreft: [klager] datum: 23 mei 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. van ‘t Land, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 januari 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

De selectiefunctionaris, aan wie bij brief van 11 april 2012 is verzocht om toezending van het advies van het Openbaar Ministerie, heeft het advies aan de beroepscommissie toegestuurd. Dit advies is doorgestuurd aan klager en zijn raadsman. Klagers
raadsman heeft hier bij brief van 27 april 2012 op gereageerd. Een afschrift van deze brief is aan de selectiefunctionaris gestuurd. De selectiefunctionaris heeft hier bij brief van 10 mei 2012 op gereageerd. Een afschrift van deze reactie is aan
klager
en zijn raadsman gestuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught of het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 30 november 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie De Kruisberg te Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil worden overgeplaatst vanwege de gezondheidstoestand van zijn vrouw. Ze is slecht ter been en heeft geen eigen vervoer. Het is voor haar dan ook bijna onmogelijk om klager te bezoeken.
Dit heeft een grote impact op klagers gemoedstoestand. Klagers strafzaak dient bij de rechtbank Breda en klagers advocaat houdt kantoor in Breda. Het argument van de selectiefunctionaris dat het volgens het Openbaar Ministerie (OM) niet mogelijk is om
klager over te plaatsen naar de locatie De Boschpoort Breda, omdat daar een medeverdachte in klagers strafzaak verblijft, snijdt volgens klager geen hout, aangezien andere medeverdachten in de strafzaak wel in dezelfde inrichting verblijven. Klager en
zijn raadsman beschikken niet over een kopie van het advies van het OM, zodat niet duidelijk is om welke medeverdachte het gaat en op welke manier dit tot frustratie van het onderzoek zou kunnen leiden. Voor zover klagers raadsman heeft kunnen nagaan,
verblijven de medeverdachten in klagers strafzaak niet in het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda. Ten slotte voert klager aan dat, zou het OM er al enig belang bij hebben om medeverdachten uit elkaar te houden, klagers belang zwaarder dient te
wegen. Niet gebleken is dat er een deugdelijke belangenafweging heeft plaatsgevonden. Klager is dan ook van mening dat de bestreden beslissing onvoldoende is gemotiveerd.

Namens klager is bij brief van 27 april 2012, in reactie op het advies van het OM, verder toegelicht dat de medeverdachte waarover het OM spreekt in haar advies, een medeverdachte van klager is in het overkoepelende onderzoek. Het betreft volgens
klager
geen verdachte ter zake van de feiten waarvoor klager wordt vervolgd en waarvoor hij is gedetineerd. Volgens klager is deze persoon bovendien al enige tijd geleden overgeplaatst uit de locatie De Boschpoort Breda zodat dit geen belemmering meer kan
vormen voor overplaatsing van klager naar de locatie De Boschpoort Breda.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Vught of naar het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda. Het OM heeft bezwaar tegen overplaatsing van klager naar de locatie De Boschpoort Breda, omdat een medeverdachte in klagers
strafzaak daar is gedetineerd. Klager is preventief gehecht. Ten aanzien van preventief gehechte gedetineerden is het advies van het OM leidend als negatief wordt geadviseerd in verband met collusiegevaar. Ten aanzien van het door klager genoemde
alternatief, het h.v.b. van de p.i. Vught, heeft het OM geen bezwaar. Een overplaatsing naar de p.i. Vught is echter niet mogelijk omdat daar geen capaciteit (meer) is aangewezen voor het onderbrengen van reguliere preventief gehechte gedetineerden.
Volgens de selectiefunctionaris kon hij dan ook niet anders dan besluiten tot afwijzing van klagers verzoek.

De selectiefunctionaris heeft in zijn brief van 10 mei 2012 verder uiteengezet dat er, naar aanleiding van hetgeen klager heeft aangevoerd, op 3 mei 2012 opnieuw advies is gevraagd aan het OM. Het OM heeft desgevraagd geantwoord nog steeds bezwaar te
hebben tegen overplaatsing van klager naar de locatie De Boschpoort Breda. De omstandigheid dat er voor klager en de betreffende medeverdachte geen beperkingen meer gelden, zorgt er volgens het OM juist voor dat klager en de medeverdachte makkelijker
contact kunnen leggen indien zij in dezelfde inrichting verblijven. Volgens de selectiefunctionaris heeft hij de belangen van klager en die van de maatschappij tegen elkaar afgewogen. Omdat klager nog preventief is gehecht en een overplaatsing van
klager naar het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda niet in het belang is van het onderzoek, is klagers verzoek afgewezen. De omstandigheid dat klagers vrouw deels invalide is en zij klager daardoor moeilijk kan bezoeken, is volgens de
selectiefunctionaris hierbij betrokken. Klager heeft echter geen documenten overgelegd waaruit deze beperkingen blijken.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. van de locatie De Boschpoort Breda in verband met het verblijf van een medeverdachte in klagers strafzaak aldaar. Naar aanleiding van hetgeen
klager heeft aangevoerd, heeft de selectiefunctionaris vervolgens op 3 mei 2012 wederom het OM om advies gevraagd. Het OM heeft vervolgens geantwoord dat er nog steeds bezwaar bestaat tegen overplaatsing van klager naar de locatie De Boschpoort Breda,
omdat is gebleken dat er nog immer een medeverdachte in klagers strafzaak in die inrichting verblijft. Gelet op het voorgaande en nu een overplaatsing van klager naar de p.i. Vught niet mogelijk is omdat daar geen capaciteit meer is aangewezen voor het
onderbrengen van reguliere preventief gehechte gedetineerden, is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 mei 2012

secretaris voorzitter

Naar boven