Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0381/GA, 15 april 2002, beroep
Uitspraakdatum:15-04-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/381/GA

betreft: [klager] datum: 15 april 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 12 februari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr.M.B.W.G. Beutener, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 februari 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen Overijssel, locatie Almelo te Almelo,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van huis van bewaring (h.v.b.) De Karelskamp te Almelo in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe telichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van een tegemoetkoming in de studiekosten.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Op basis van artikel 48 PBW had klagers verzoek moeten worden gehonoreerd. De tegemoetkoming ziet slechts op de kosten die gemaakt zijn tijdens zijn verblijf in het h.v.b. tot december 2001. In verband met klagers resocialisatie ishet van groot belang dat hij reeds tijdens zijn detentie een aanvang kan maken met zijn studie. Klager is op 18 december 2001 in vrijheid gesteld.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In de circulaire van 20 juni 1988, kenmerk 361/388, wordt de directeur geadviseerd aanvragen om een tegemoetkoming in de studiekosten van gedetineerden die op het moment van de aanvraag nog slechts korte tijd in de inrichting zullenverblijven en daarna in vrijheid zullen worden gesteld c.q. geplaatst zullen worden in een andere penitentiaire inrichting, dan wel opgenomen in een TBS-inrichting niet te honoreren. Nu klager sinds 20 juni 2001 gedetineerd was enklager ieder moment de inrichting kon verlaten, hetzij vanwege ontslag hetzij vanwege overplaatsing, is de beslissing van de directeur om klager geen tegemoetkoming in zijn studiekosten toe te kennen niet in strijd met de wet en kanevenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen door en namens klager in beroep is aangevoerd, doet aan dit oordeel niet af. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 15 april 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven