Onderwerp: Bezoek-historie

De mededelingsverplichting (SB1104)
Geldigheid:03-06-2007 t/m 14-06-2008Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Van schending van de mededelingsverplichting is onder andere sprake als de belanghebbende feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat die van invloed kunnen zijn op de uitkering, niet onverwijld spontaan aan de SVB meldt. Onder ‘onverwijld’ in de zin van artikel 49 AOW, artikel 35 Anw en artikel 15 AKW verstaat de SVB: binnen vier weken nadat het van belang zijnde feit heeft plaatsgevonden of de relevante wijziging van omstandigheden is ingetreden. De SVB past een termijn van zes weken toe indien de belanghebbende of het kind van de belanghebbende niet in Nederland woont. Met melding aan de SVB wordt gelijkgesteld melding aan een buitenlandse autoriteit of orgaan indien de mededelingsplichtige in een land woont waarmee is geregeld dat aanvragen en verklaringen kunnen worden ingediend bij de overeenkomstige instanties in het desbetreffende land. Indien de belanghebbende echter voor laatstbedoelde weg kiest, maar hij verzuimt aan te geven dat de mededeling bestemd is voor de SVB, zal in beginsel schending van de mededelingsverplichting worden aangenomen indien de mededeling de SVB niet of niet tijdig bereikt. Indien de belanghebbende evenwel kan aantonen dat voor de ontvangende instantie redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat de mededeling voor de SVB was bestemd, maar deze instantie is haar doorzendverplichting niet nagekomen, dan zal de datum van indiening bij de instantie gelden als indiening bij de SVB.

In de bijlagen I, IV en VII is voor de toepassing van de AOW, de Anw en de AKW afzonderlijk gedetailleerd uitgewerkt waarop de mededelingsplicht krachtens deze wetten in elk geval betrekking heeft.

Naar boven