Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/2025/GA, 28 januari 2002, beroep
Uitspraakdatum:28-01-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/2025/GA

betreft: [klager] en 15 andere (ex)gedetineerden datum: 28 januari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 5 november 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) unit Westlinge te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak d.d. 22 oktober 2001 van de beklagcommissie bij p.i. De Eenhoorn, gegeven op een klacht van [...] en 15 andere (ex)gedetineerden, verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 december 2001, gehouden in de p.i. Over-Amstel te Amsterdam, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur unit Westlinge, bijgestaan door diens raadsman mr. F.W. Bleichrodt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet uitbetalen van het in de „loonregeling voor p.o.i.-kandidaten“ voorgeschreven minimumloon.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is het in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht als in de aan deze beslissing aangehechte pleitnota.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing van de beklagcommissie is juist. De directeur deelde indertijd het standpunt van de gedetineerden dat ze recht hadden op fl. 234.- per week. Het gaat om werkzaamheden die buiten de inrichting worden verricht en het isonredelijk dat het overgrote deel aan de inrichting ten goede komt.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat het beroep (en daarvoor ook het beklag) is gericht tegen de in de inrichting geldende huisregels. Immers in onderdeel 3.2. van de huisregels is onder meer bepaald: „Uw wekelijkse vergoeding is op deP.O.I. fl. 190.=...“. Ingevolge artikel 60, eerste lid, PBW kan een gedetineerde beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. In het onderhavige geval is van een zodanige beslissing geen sprake.Klager heeft beklag ingesteld tegen een voor alle (zich in de inrichting bevindende) gedetineerden geldende regeling.
De beklagcommissie had klager niet-ontvankelijk dienen te verklaren in zijn beklag. Nu de beklagcommissie dat niet heeft gedaan zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnogniet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter,
mr. H.B. Greven en mr. T.M. Halbertsma, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schoone, secretaris, op 28 januari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven