Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0055/GA, 8 maart 2002, beroep
Uitspraakdatum:08-03-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/55/GA

betreft: [klager] datum: 8 maart 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 4 januari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 november 2001 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Overijssel, locatie Zwolle te Zwolle, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van huis van bewaring Zwolle in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van f. 12,71 vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat de directeur nalatig is geweest inzake het overboeken van een bedrag van f. 12,71 opklagers rekening-courant, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Vanaf het moment dat klager het overzicht van de mutaties van zijn rekening–courant op 24 augustus 2001 had ontvangen heeft hij tot eind november 2001elke week telefonisch contact met de directie van de p.i. Overijssel en de beklagcommissie over het onjuiste bedrag dat hij had ontvangen. Klager heeft elke week f. 5,= aan telefoonkosten en postzegels uitgegeven. De kosten zijn f.70,= in totaal.

De directeur heeft daarop als volgt gereageerd. De directeur erkent dat hij f. 12,71 nog niet had overgemaakt ten tijde van de zitting van de beklagcommissie d.d. 23 oktober 2001. Dit was inmiddels hersteld. Klager stelt dat hij f.70,= aan telefoonkosten heeft gehad. De directeur en zijn collegae unit-directeuren hebben echter geen enkel telefoongesprek met klager gevoerd. Klager zal ongetwijfeld enige portokosten hebben gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit het feit dat de directeur nalatig is geweest inzake het overboeken van f. 12,71 op klagers rekening-courant.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter. De tegemoetkoming is evenmin bedoeld als vergoeding voor de indirecte gevolgen.
De beroepscommissie stelt vast dat de directeur nalatig is geweest een bedrag van f. 12,71 tijdig naar klagers rekening over te boeken. Het terzake ingediende beklag is gegrond verklaard. Hoewel de gevolgen van de beslissingongedaan waren te maken -door de directeur op te dragen het bedoelde bedrag alsnog over te boeken- en er derhalve geen tegemoetkoming had hoeven te worden toegekend, heeft de beklagcommissie ervoor gekozen klager een tegemoetkomingtoe te kennen, inhoudende het alsnog door de directeur betalen van f. 12,71.
De beroepscommissie komt, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat de tegemoetkoming niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond wordenverklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 8 maart 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven