Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1985/GA, 28 februari 2002, beroep
Uitspraakdatum:28-02-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1985/GA

betreft: [klager] datum: 28 februari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 30 oktober 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 15 oktober 2001 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen De IJssel te Krimpen aan den IJssel, waarbij is vastgesteld dat klager geen tegemoetkoming toekomt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van Unit 2 van Krimpen aan den IJssel in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de weigering van de directeur om aan klager, die belijdend moslim is, volgens de halalvoorschriften bereid voedselte verstrekken, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. De beklagzaak startte heel traag. Verscheidene malen heeft klager contact gehad met de maandcommissaris. Deze heeft hem meerdere malentoegezegd dat klager kosjer voeding zou krijgen. Maar dit was niet waar. Ondanks aandringen heeft hij geen voeding gekregen waar hij recht op had. Klager kan wegens zijn geloof geen ander soort voeding eten. Hij moest zijn voedingzelf bekostigen. Hiervoor heeft klager geld moeten lenen van vrienden en familie. Hij is op kosten gejaagd. Deze kosten bedragen f. 10,= per dag. Klager wil dat de gemaakte kosten gecompenseerd worden. Klager is ruim anderhalf jaarbezig om halal voeding in de penitentiaire inrichtingen op het menu te krijgen.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit de weigering van de directeur om aan klager, die belijdend moslim is, volgens de halal voorschriften bereid voedsel te verstrekken.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt, bij afweging van alle belangen en omstandigheden van het geval, tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Zij neemt daarbij hetvolgende in aanmerking. Klagers klacht dateert van 10 juli 2000. De beklagcommissie, die het oordeel van de beroepscommissie in een vergelijkbaar geval heeft willen afwachten, deed op 26 februari 2001 uitspraak. Al die tijd heeftklager geen halalbereide maaltijd ontvangen. De beroepscommissie acht hiervoor een tegemoetkoming op zijn plaats. Klagers beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennenvan € 45,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 45,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.F. Landman, secretaris, op 28 februari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven