Beleidsregel
Als een betrokkene zijn aanvraag indient na het
verstrijken van de termijn van één respectievelijk tien jaar dan is hij in beginsel niet
meer bevoegd tot deelname aan de vrijwillige verzekering. De SVB acht een
termijnoverschrijding alleen verschoonbaar als sprake is van bijzondere omstandigheden op
grond waarvan de betrokkene niet kan worden tegengeworpen dat hij zijn aanvraag niet tijdig
heeft ingediend. Bij de beoordeling hiervan geeft de SVB overeenkomstige toepassing aan het
beleid dat is beschreven in SB1071 over bijzonder geval.
Ten aanzien van
situaties waarin ten onrechte premies volksverzekeringen op het salaris of de uitkering zijn
ingehouden over een tijdvak waarin de betrokkene niet verplicht verzekerd was hanteert de
SVB het volgende beleid. Als de betrokkene redelijkerwijs in de veronderstelling kon
verkeren verzekerd te zijn geweest kan een uitzondering worden gemaakt op de regel dat
aanmelding voor vrijwillige verzekering binnen één jaar moet plaatsvinden. De
veronderstelling dat er sprake van verzekering was dient dan door of namens betrokkene te
worden geuit. Vrijwillige verzekering wordt aangeboden als de betrokkene aangeeft in het
vertrouwen te hebben verkeerd over de litigieuze periode verzekerd te zijn geweest op basis
van de onverplichte inhouding van premies volksverzekering. Indien de veronderstelling wordt
geuit binnen één jaar nadat de (verplichte) premiebetaling is gestopt, kan eveneens
voortzetting van de vrijwillige verzekering worden aangeboden.
Als niet
daadwerkelijk premie is betaald, kan betrokkene zich ook niet beroepen op een
veronderstelling deswege verzekerd te zijn geweest.
Het hiervoor
beschreven beleid is mede van toepassing op lokaal aangeworven personeel werkzaam bij
Nederlandse diplomatieke of consulaire posten in het buitenland en personen werkzaam bij de
Nederlandse vrijwilligersorganisatie SNV. Deze personen zijn tot 1 januari 1998 ten onrechte
verzekerd geacht door hun werkgever, het Ministerie van Buitenlandse Zaken. In overleg met
de SVB heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken deze situatie met ingang van 1 januari
1998 beëindigd en de betrokken personen hierover geïnformeerd. De SVB hanteert ten aanzien
van deze personen als beleid dat zij tot 1 januari 1998 verzekerd worden geacht, voor zover
geen restitutie van de premieheffing heeft plaatsgevonden.
Voor
werknemers die gedetacheerd zijn geweest door een van de vijf staatsuitleenbedrijven genoemd
in het (tijdelijk) Akkoord tussen Nederland en Joegoslavië van 11 maart 1987 (Trb. 1987,
187) geldt in aanvulling op het hiervoor beschreven beleid het volgende. De door deze
bedrijven gedetacheerde werknemers zijn op grond van artikel 36 van KB 164 en de Wet
verduidelijking verzekerings- en premieplicht (Stb. 1998, 267) vanaf 1 januari 1989 niet
verzekerd voor de volksverzekeringen. Omdat vanaf 1 januari 1989 niettemin premies
volksverzekeringen zijn geheven, laat de SVB een korting op het AOW-pensioen of de toeslag
achterwege voor tijdvakken vanaf 1 januari 1989 waarover ten onrechte premies zijn betaald.
De SVB past deze regel slechts toe als geen premierestitutie heeft plaatsgevonden en geen
sprake is van verzekeringsopbouw in Kroatië of Slovenië.
Indien
aantoonbaar en doelbewust handelen of nalaten van betrokkene zelf ertoe heeft geleid dat
deze in een positie is gekomen dat ten onrechte premies volksverzekeringen werden
ingehouden, is het beleid van de SVB geen vrijwillige verzekering aan te bieden (zie ook de
uitspraak van de CRvB van 10 december 1993). Zo gaat de SVB ervan uit dat personen die niet
rechtmatig in Nederland verblijven dan wel in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen arbeid
in loondienst verrichten en om die reden niet verplicht verzekerd zijn, zich redelijkerwijs
bewust moeten zijn van de onrechtmatigheid van hun verblijf of arbeid in Nederland. Derhalve
kunnen deze personen aan onterechte inhouding van volksverzekeringspremies geen rechtens te
honoreren vertrouwen van verplichte verzekering ontlenen, op grond waarvan de SVB de
betrokkenen in weerwil van het dwingendrechtelijke voorschrift inzake de aanmeldingstermijn
tot de vrijwillige verzekering zou kunnen toelaten.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en de beleidsregels Internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 31 december 2013 en de stand van de jurisprudentie op 21 februari 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
Besluit beleidsregels SVB 2013