Onderwerp: Bezoek-historie

Aanvraag (SB1043)
Geldigheid:01-11-2017 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De artikelen 35 en 38 AOW en 63a Anw regelen de mogelijkheid om na het einde van de verplichte verzekering deze op vrijwillige basis voort te zetten of bij aanvang van de verplichte verzekering tot 'inkoop' over te gaan van de achterliggende niet verzekerde periode. De aanvraag voor vrijwillige verzekering moet worden ingediend binnen een termijn van één jaar na beëindiging van de verplichte verzekering respectievelijk tien jaar na aanvang van de verplichte verzekering. Voor personen voor wie de SVB een fictieve aanvangsleeftijd hanteert op grond van het beleid in SB1275 over de ingangsdatum van de vrijwillige verzekering AOW geldt voor de vrijwillige verzekering als bedoeld in artikel 35 AOW een uitzondering op de aanmeldtermijn van één jaar. De SVB laat deze personen toe als zij een aanvraag indienen binnen een jaar na het bereiken van de fictieve aanvangsleeftijd.

Uit het oogpunt van dienstverlening bevordert de SVB aanvragen voor bij de SVB bekende personen die potentieel het recht hebben om zich vrijwillig te verzekeren. Het betreft onder meer de volgende categorieën personen:

  • de AOW-gerechtigde die Nederland metterwoon verlaat;
  • de jongere echtgenoot van een persoon met een AOW-pensioen, indien de SVB verneemt dat deze met de pensioengerechtigde Nederland metterwoon verlaat;
  • de gezinsleden die tot het huishouden behoren van degene die zich heeft aangemeld voor vrijwillige verzekering;
  • nabestaanden met een Anw-uitkering indien bekend is dat zij Nederland metterwoon verlaten;
  • personen die bij de SVB of bij het socialeverzekeringsorgaan van hun woonland een aanvraag om AOW-pensioen hebben ingediend binnen een jaar na het einde van hun verplichte verzekering.

De verantwoordelijkheid voor het indienen van een aanvraag blijft echter te allen tijde bij de betrokkene zelf berusten.

De termijn van tien jaar die geldt voor de 'inkoop' vangt aan op het moment waarop betrokkene voor het eerst verzekerd wordt ingevolge de AOW. De SVB maakt hierbij geen onderscheid tussen verzekering op grond van artikel 6 AOW of artikel 6a AOW.

Grondslag

artikel 6, 6a, 35, eerste lid, artikel 36, eerste lid, artikel 38, eerste lid, artikel  39, eerste lid, AOW en artikel 63a, eerste lid, artikel 63b, eerste lid, Anw

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB oktober 2017

Naar boven