Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 01/1221/TP, 19 februari 2002, beroep
Uitspraakdatum:19-02-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 01/1221/TP

betreft: [...] datum: 19 februari 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 1 juli 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door deheer J.A.J. Vervest, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 6 juli 2001 van de Minister van Justitie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Minister van Justitie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn gemachtigde, de heer [...], om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Volgens het bepaalde in artikel 12, eerste lid, Bvt dient een ter beschikking gestelde binnen een termijn van zes maanden na aanvang van zijn terbeschikkingstelling (tbs) geplaatst te worden in een tbs-inrichting. Ingevolge artikel12, tweede lid, Bvt kan de Minister van Justitie die termijn met telkens drie maanden verlengen, indien plaatsing binnen de genoemde termijn van zes maanden naar zijn oordeel niet mogelijk is. Vast staat dat klagers tbs is ingegaanop 10 juli 2000 en dat klager op 25 juni 2001 is gehoord over de voorgenomen beslissing tot verlenging van klagers passantentermijn van 5 juli 2001 tot 3 oktober 2001. De Minister heeft de desbetreffende beslissing eerst genomen op6 juli 2001.
Namens klager is echter beroep ingesteld tegen de verlenging van de passantentermijn op 1 juli 2001, te weten op een moment dat die beslissing (nog) niet was genomen en deze ook (nog) niet genomen had moeten zijn.
Derhalve was op het moment van het indienen van het beroep (nog) geen sprake van een voor beroep vatbare beslissing. Om die reden kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat zij er van uitgaat dat de Minister, nu klagers passantentermijn door diens beslissing d.d. 6 juli 2001 langer dan twaalf maanden is gaan duren, klager ten spoedigste in tbs-kliniek DeSingel te Amsterdam, dan wel een andere tbs-inrichting zal plaatsen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. J.R. van Veldhuizen, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 19 februari 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven